BVAS haalt slag thuis: opleiding ASO in niet-universitaire ziekenhuizen zal (deels) door het RIZIV worden vergoed in 2016 (persbericht BVAS)

05.01.2015

Na vijftien jaar vruchteloos te hebben aangeklopt bij de FOD Volksgezondheid om via het budget van financiële middelen een financiering te bekomen voor de opleiding van de ASO ’s, is de BVAS verheugd te kunnen meedelen dat onze eis wordt ingewilligd om de ongelijkheid tussen de universitaire en niet-universitaire stagemeesters ongedaan te maken.

Onze uitdrukkelijke vraag werd opgenomen in het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2015 van 22.12.2014 en er is een principieel akkoord over de financiering door het RIZIV. De universitaire ziekenhuizen krijgen een financiering per stagemeester en per stagiair via het deel B7 van het budget van financiële middelen (BFM). De stagemeesters en de artsen – specialisten in opleiding (ASO) in de niet-universitaire ziekenhuizen krijgen geen enkele financiering hoewel ze moeten voldoen aan dezelfde wetten en besluiten, dezelfde statuten, dezelfde moeilijke uurroosters, dezelfde “salarissen” en terwijl ze dezelfde dienstverlening van algemeen belang verzekeren in de spoeddiensten. Vandaag de dag wordt de totaliteit van deze lasten van deze artsen – specialisten in opleiding (ASO) gedragen door de honoraria van de stagemeesters of door de pools van de honoraria van de specialisten van het betrokken specialisme.

Onze ervaring leert dat dergelijke realisatie een moeizame en trage procedurele weg dient af te leggen en noodzakelijkerwijs veel overleg met alle betrokkenen zal vergen. Het is om die reden dat de BVAS voorgesteld heeft de nodige middelen nog niet in 2015 te voorzien. Die nodige middelen dienden immers via besparingen in andere sectoren te worden bijeengebracht. De BVAS gaf er de voorkeur aan de bijeengezochte financiële middelen aan te wenden voor projecten die reeds lang werden goedgekeurd, maar die zonder uitvoering bleven wegens gebrek aan budget. We zullen er evenwel nauwlettend op toezien en, zo nodig, zelf de nodige initiatieven nemen opdat in 2015 deze forfaitaire vergoeding aan de stagemeester per begeleide ASO met een erkend stageplan in 2016 zal geconcretiseerd worden. Het is een eerste stap om tot een volwaardige vergoeding te komen van  artsen – specialisten in opleiding en van hun stagemeesters, ook in de niet-universitaire ziekenhuizen.

De BVAS is blij met deze stap voorwaarts. De BVAS blijft terzelfdertijd ook ijveren voor een beter statuut van de artsen in opleiding, een correcte naleving van de wet op de arbeidsduur, en een aanvaardbare financiering voor de bijkomend gepresteerde uren bij opting-in, zoals de BVAS al in 2014 bij de FOD Volksgezondheid had ingediend.

 

Dr. Marc MOENS                                                     Dr. Roland LEMYE

Ondervoorzitter BVAS                                              Voorzitter BVAS

 

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht