BVAS maakt kanttekeningen bij nieuwe wet op kwaliteitsvolle zorg

21.09.2018

BVAS vindt heel wat van zijn suggesties in de nieuwe ‘wet op kwaliteitsvolle zorg’ die de ministerraad vrijdag 21 september jl. heeft goedgekeurd. 

BVAS betreurt wel dat de wet de artsen andermaal opzadelt met bijkomende verplichtingen en administratie. Het is ook jammer dat de mogelijkheid van een examen over de taalkennis en kennis van het Belgisch gezondheidszorgsysteem voor buitenlandse artsen in de huidige versie van de wet is weggevallen.

BVAS heeft op zich geen problemen met de wachtdienstverplichting die minister De Block via de nieuwe wet op kwaliteitsvolle praktijkvoering oplegt. Deelname aan de wachtdienst was tot nog toe wel een deontologische maar geen wettelijke verplichting. Het vervullen van wachtdiensten maakt inherent deel uit van het artsenberoep, maar bij de invulling moet rekening gehouden worden met mogelijke uitzonderingen, en met respect voor de work-life-balance.

Goede geneeskunde start met een goede informatie van en aan de patiënt. Dat kan alleen in de taal van de patiënt. BVAS vindt het bijzonder jammer dat minister De Block de aanvankelijk voorziene invoering van een taaltest voor buitenlandse artsen heeft laten vallen. Terwijl onze Belgische jongeren een ingangsexamen voor de studies geneeskunde moeten afleggen, kunnen artsen uit de Europese Gemeenschap zomaar een praktijk beginnen in België zonder garantie dat ze ook maar één van de drie landstalen machtig zijn. BVAS betreurt dat het examen over de kennis van het gezondheidszorgsysteem in de definitieve wet niet behouden werd. Het is namelijk onmogelijk voor een arts om goed te functioneren zonder kennis over begrippen als verzekerbaarheid, terugbetaling, organisatie van huisarts- en specialistische geneeskunde en zo meer.

Minister De Block vraagt dat artsen voortaan kunnen aantonen dat ze zich continu bijscholen. De vrijwillige accreditering die vandaag van toepassing is wordt dus een verplichting. De artsen zullen een “dynamische portfolio” moeten aanleggen, die op elk moment gecontroleerd kan worden. In dat portfolio worden artsen geacht bij te houden welke navorming ze volgen. BVAS is niet gelukkig met deze nieuwe administratieve belasting en heeft vragen over de manier waarop er zal gecontroleerd worden. Om patiënten snel de juiste zorgverlener te doen vinden, voert de nieuwe wet een “centraal register” met de vermelding wie welke zorg aanbiedt en met welke andere zorgverleners hij of zij samenwerkt. BVAS meent dat het idee lovenswaardig is als het register overeenstemt met de wettelijk erkende beroepstitels. Charlatans kunnen er uiteraard niet in opgenomen worden.

Voor BVAS is de nieuwe wet een sokkel waar verder kan op gebouwd worden. De BVAS is zeker bereid om mee toezicht te houden op de uitvoering ervan en om het kader in praktijk om te zetten. Kwaliteit van de beroepsuitoefening is voor de BVAS immers essentieel.

Dr. Marc Moens, Voorzitter BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht