De coronacrisis is niet het moment om te experimenteren met ons gezondheidszorgsysteem

14.07.2020

In een open brief aan de voorzitters van de politieke partijen roept BVAS op om voorzichtig om te springen met ons Belgisch gezondheidszorgsysteem. De coronacrisis is niet het moment om te experimenteren met de fundamentele structuren van dit zeer waardevolle systeem dat elke dag opnieuw zijn kwaliteiten bewijst.

Geachte mevrouw de voorzitter,
Geachte heer voorzitter,

Sommige huisartsen en academici opperen voorstellen om ons gezondheidszorgmodel fundamenteel te hervormen en daarbij lessen te trekken uit de coronacrisis. Wij wensen de stem van de artsen te velde weer te geven. In tegenstelling tot deze theoretici en academici is de BVAS, als grootste artsensyndicaat, wél gemandateerd om de stem van de huisartsen en artsen-specialisten te velde te vertolken. We verzoeken u dan ook om aandacht voor onze bedenkingen, die aanmanen tot voorzichtigheid om verregaande wijzigingen aan te brengen aan de basisstructuur van het Belgisch gezondheidszorgsysteem, een systeem dat elke dag opnieuw zijn kwaliteiten bewijst.

De Belgische gezondheidszorg is volgens de Health Consumer Index (2018) de vijfde beste ter wereld. Reden te meer om ons te realiseren dat we iets zeer waardevols in handen hebben en er ook zeer voorzichtig mee moeten omspringen. De coronacrisis is niet het moment om te experimenteren met de fundamentele structuren van ons gezondheidszorgsysteem.

Overleg als solide basis voor goede gezondheidszorg

De coronacrisis stelt de Belgische gezondheidszorg tot het uiterste op de proef. Hierop zijn vanuit verschillende hoeken van onze samenleving terechte vragen gerezen over de werking van onze gezondheidszorg. Vanuit de hoek van sommige academici en artsenverenigingen zijn deze reacties vaak negatief en pessimistisch van teneur. Blind pessimisme is minstens even schadelijk als naïef optimisme. Dat onze gezondheidszorg niet perfect is, staat buiten kijf. Een kritische blik naar gezondheidszorg is noodzakelijk, maar door de zaken zwarter zien dan in ze in werkelijkheid zijn, riskeren we onze sterke gezondheidszorg onderuit te halen.

We mogen dus niet op onze lauweren rusten en blind zijn voor de actuele werkpunten aan ons gezondheidszorgsysteem. Evenmin mogen we blind zijn voor de aankomende uitdagingen door wijzigende demografische ontwikkelingen. De coronacrisis geeft ons de kans om de meest acute knelpunten van ons gezondheidszorgsysteem bloot te leggen. Voor vele van deze knelpunten werden via de bestaande overlegstructuren onmiddellijke remediëringen gevonden, bijvoorbeeld de introductie van de teleconsultaties en de creatie van de institutionele en financiële kaders van de triagecentra. Nooit werd op zo’n korte tijd zo veel innovatie gevraagd, uitgewerkt en gerealiseerd. Onze huisartsen waren er de motor van.

Onze gezondheidszorg is een product van het overlegmodel dat jarenlang dit systeem beetje bij beetje heeft gevormd tot wat het vandaag is: een performant systeem dat zijn sterkte, taaiheid en flexibiliteit in crisissituaties heeft bewezen. Dit overlegmodel met vertegenwoordiging van alle betrokken partijen moet in stand gehouden worden om samen gedragen oplossingen te vinden die ons bestaande gezondheidszorgsysteem vitaal te houden.

Onwenselijke hervormingen

Overdaad schaadt: er zijn te veel hervormingsvoorstellen voor ons gezondheidszorgsysteem om op elk van hen in te gaan. We commentariëren er een paar.

De kritiek op het gebrek aan multidisciplinariteit. Deze kritiek is ongegrond. De Belgische zorgverleners hebben kunnen vaststellen dat de coronacrisis een boost gaf aan de reeds bestaande samenwerking tussen en de onderlinge ondersteuning van huisartsen en artsen-specialisten, paramedici en de sociale sector; dit allemaal om samen de Sars-CoV-2-pandemie in te dijken. Ons gezondheidszorgsysteem ademt reeds multidisciplinariteit, nog voor de term een buzzword werd.

De critici willen multidisciplinariteit in feite herdefiniëren tot het afschaffen van de eerstelijnsgezondheidszorgverlener, huisarts, thuisverpleegkundige, psychotherapeut, etc... als vrije beroeper. Ze willen deze vrije beroepers gedwongen onderbrengen in grote multidisciplinaire superpraktijken onder leiding van een duur administratief management. En wat met de patiënt? De samenleving heeft terecht de autonomie van de patiënt centraal geplaatst. De paradox is dat het verder institutionaliseren van de gezondheidszorg in vaste structuren er net voor zorgt dat de patiënt inboet aan autonomie. De keuzevrijheid van patiënt en zorgverlener wordt ingeperkt.

Een ander mikpunt van de critici is de financiering per prestatie in onze gezondheidszorg. Zij willen de forfaitaire financiering invoeren waarbij de artsen of andere zorgverleners een vaste maandelijkse of jaarlijkse vergoeding zouden bekomen of patiënten een abonnement zouden betalen. Het idee dat een zelfstandig arts, verpleegkundige of psycholoog een vergoeding per prestatie ontvangt wordt als achterhaald beschouwd. Nochtans is het prestatiemodel het financiële kernidee dat onze gezondheidszorg sterk heeft gemaakt. Efficiëntie en inzet worden financieel beloond. Het prestatiemodel kent ook nadelen: het gevaar van overconsumptie. Deze nadelen wegen niet op tegen de voordelen. Voor bepaalde onderdelen van de beroepsuitoefening die moeilijk in een prestatiemodel te gieten zijn, werden reeds forfaitaire oplossingen gevonden die breed gedragen zijn door alle betrokken partijen.

Kortom, het prestatiemodel in de huidige Belgische gezondheidszorg, het centrale idee in het financieringsmodel, stimuleert efficiëntie en bespaart kosten. Forfaitarisering zal leiden tot beknotten van onafhankelijkheid van artsen, verspilling van geld aan overbodige bureaucratische structuren, dalende beschikbaarheid van artsen en andere zorgverleners en toenemende wachtlijsten.

Laat ons het kind niet met het badwater weggooien. Onderhoud het huidige gezondheidszorgsysteem, schaaf het bij en verbeter het waar nodig, en versterk het! Stel het systeem niet op proef, demotiveer de verstrekkers niet, want nieuwe uitdagingen staan voor de deur. De beste garanties voor de toekomst zijn de bewezen realisaties van vandaag en van het verleden.

 

Dr. Philippe Devos, voorzitter BVAS

Dr. Marc Moens, erevoorzitter BVAS en voorzitter Vlaams Artsensyndicaat

Dr. Frederik Kao, bestuurslid Vlaams Artsensyndicaat

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht