Het VAS reageert op heisa over artsenquota: de oplossing is niet meer artsen opleiden, wel een betere verdeling via subquota

08.10.2019

In ‘De Specialist’ reageerden Dr. Karel De Crem en Prof. dr. Michel Delforge met verwondering op het standpunt van (B)VAS naar aanleiding van de uitspraken van de nieuwe Vlaamse minister Ben Weyts. Het VAS en het VGSO krijgen het verwijt van “kortzichtig gedrag”. Volgens beide collega’s zouden we “alles op een hoopje gooien.” Tijd om de puntjes op de i te zetten.

Vorige week baarde de nieuwe Vlaamse onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) opzien met de uitspraak dat hij zich niet langer wil houden aan de federale artsenquota. Het Vlaams Artsensyndicaat (VAS), de Vlaamse afdeling van de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS), reageerde verontrust. Minister Weyts wil namelijk meer studenten geneeskunde toelaten dan het aantal RIZIV-nummers dat de federale minister zes jaar later zal toekennen. Zo ontstaat er rechtsonzekerheid of jonge, afgestudeerde artsen hun job zullen kunnen uitoefenen. BVAS zit daarmee op één lijn met de vereniging van Vlaamse geneeskundestudenten VGSO.

De collega’s De Crem en Delforge wensen een publieke stem te geven aan de 286 Vlaamse studenten die dit jaar wel geslaagd zijn voor het ingangsexamen geneeskunde maar niet tot de 1.205 gelukkigen behoren die de studies ook effectief mogen aanvangen. Het is cynisch dat zij het VAS en het VGSO beschuldigen van kortzichtig gedrag. Onze reactie op het voorstel van minister Weyts is net ingegeven door een diepe bezorgdheid. Wij willen de studenten behoeden voor een veel grotere ontgoocheling.

Beide collega’s verwijzen naar de vermeende nood om in Vlaanderen tijdelijk meer artsen toe laten tot het beroep. Ze gebruiken daarvoor een aantal argumenten die niet echt wetenschappelijk zijn. Een familielid dat wel slaagde in het ingangsexamen geneeskunde maar niet gunstig gerangschikt werd om de studies te mogen aanvatten is een persoonlijke casus. Hoeveel menselijk begrip we ook voor deze tegenslag kunnen opbrengen, een persoonlijke casus is geen goed uitgangspunt voor een inhoudelijke discussie.

Minister Weyts speelt Russische roulette met de toekomst van medische studenten in een poging druk te zetten op het federale niveau zodat de scheefgegroeide situatie wordt aangepakt die veroorzaakt werd in Franstalig België. Het VAS verwijt de Vlaamse partijen dat ze 21 jaar lang hebben nagelaten om de toepassing van de federale regels door de Franstaligen af te dwingen. Dat is een verpletterende verantwoordelijkheid. Dit moet in een volgende federale regering worden rechtgezet.

Ter herinnering: minister De Block heeft niet meer RIZIV-erkenningen gegeven aan het overtal aan Franstalige afgestudeerde artsen, ze heeft een voorafname gedaan op het aantal erkenningen voor de volgende jaren. Jammer genoeg loste ze het probleem zo niet op maar schoof ze het door naar haar opvolger, tenzij ze zichzelf opvolgt.

Het VAS onderstreept dat de federale Planningscommissie bijzonder goed werk heeft geleverd bij het vastleggen van het totale aantal artsen dat de volgende jaren een RIZIV-erkenning kan krijgen, evenals bij het voorstel dat ze aan de Gemeenschappen heeft overgemaakt betreffende de verdeling tussen huisartsen en andere specialisten. De gebruikte methodiek, geëvalueerd door het federaal Kenniscentrum, is een van de beste in Europa.

Onze beide collega’s vertellen niet dat er geen nood is aan meer artsen die afstuderen. Er is nood aan een betere verdeling tussen huisartsen en andere specialisten, en tussen de specialistische disciplines onderling. Dat is nu precies het verhaal van de subquota, waarmee de vorige minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, is gestart en waarbij de Vlaamse Planningscommissie een rol moet spelen. VAS, BVAS en VGSO pleiten voor die aanpak.

Laat er geen twijfel over bestaan: wij verdedigen de belangen van alle artsen, in het bijzonder die van onze toekomstige collega’s. Collega’s De Crem en Delforge willen het opnemen voor 286 jonge mensen die graag arts zouden worden maar omwille van onderbouwde beperkingen tot de instroom hun droom, althans voor dit jaar, moeten opbergen. Vanuit een menselijk standpunt begrijpen we dat. Maar het is zeer de vraag of ze deze 286 jongeren een dienst bewijzen door te pleiten voor de pseudo-oplossing van minister Weyts.

Dr. Marc MOENS, voorzitter Vlaams Artsensyndicaat
Dr. Bart DEHAES, ondervoorzitter Belgische Vereniging van Artsensyndicaten

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht