Nieuwe adviezen van de Orde

26.02.2019

Medio februari heeft de Nationale Raad van de Orde der Artsen 2 nieuwe adviezen gepubliceerd.

1. Mag een arts eigenaar zijn van een officina-apotheek?
2. Maagdelijkheidstesten en -getuigschriften

1. Mag een arts eigenaar zijn van een officina-apotheek?
De nationale raad van de Orde der artsen heeft de vraag of een arts eigenaar mag zijn van een officina-apotheek onderzocht.

1°/ Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het beheer van de officina-apotheek en het bezit ervan.

Een apotheek moet onder de verantwoordelijkheid staan van een apotheker-titularis die de eindverantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor de kwaliteit van de geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten die in de apotheek worden afgeleverd.

De eigendom van een officina is echter niet voorbehouden aan een apotheker; een arts mag er eigenaar van zijn, persoonlijk of onrechtstreeks door het bezit van aandelen van een rechtspersoon die er de eigenaar van is1.

2°/ Alleen apothekers en apotheekassistenten mogen praktiseren in de apotheek.

Bij deze beroepskwalificatievereiste komt nog een specifieke onverenigbaarheid voor de artsen: artikel 22 van de voornoemde wet van 10 mei 2015 verbiedt de gelijktijdige uitoefening van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde, zelfs aan de houders van de diploma's die het recht verlenen elk van deze beroepen uit te oefenen.

3°/ De arts, eigenaar-vergunninghouder van een officina, dient de autonomie van de apotheker-titularis te respecteren en geen handeling noch beperking op te leggen die de naleving van de hem opgelegde wettelijke en deontologische vereisten verhindert.

De arts dient, van zijn kant, zijn beroepsonafhankelijkheid te vrijwaren en erop toe te zien dat er ook geen schijn van afhankelijkheid of collusie is.

1 : Zie met name artikel 8, lid 5, van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

2. Maagdelijkheidstesten en -getuigschriften
De nationale raad van de Orde der artsen heeft de problematiek van de maagdelijkheidstesten en -getuigschriften onderzocht.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) heeft in oktober 2018 een verklaring gepubliceerd die mee ondertekend werd door het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de rechten van de mens en UN Women en die tot doel heeft een halt toe te roepen aan de maagdelijkheidstesten en -getuigschriften die nog steeds uitgevoerd worden in bepaalde landen waaronder België1.

De nationale raad is van mening dat het ingaan op de vraag naar het opstellen van een getuigschrift aangaande de maagdelijkheid niet gerechtvaardigd is.

Het is niet mogelijk op basis van een klinisch onderzoek met zekerheid te verklaren dat een persoon nooit geslachtsverkeer had.

Naast deze zuiver medische overweging, moet de nadruk gelegd worden op de deontologische en ethische aspecten van deze praktijk.

De toestemming en het respect van de patiënte roepen vragen op. Deze onderzoeken worden doorgaans aangevraagd door derden zonder eerbiediging van de persoonlijke intimiteit en het recht op privacy van de betrokken persoon.

Ze kunnen ervaren worden als een daad van agressie.

Ze brengen een discriminatie mee tussen vrouwen en mannen van wie de seksuele relaties geheel ontsnappen aan dit soort van evaluatie.

Het is een medische handeling die geen nut heeft voor de gezondheid, niet relevant is vanuit wetenschappelijk oogpunt en dramatische gevolgen kan hebben voor het welzijn van de patiënte.

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen deze maagdelijkheidsgetuigschriften en -testen met maatschappelijke doeleinden en het forensische onderzoek bij slachtoffers van seksuele agressie of verkrachting. Het vaststellen van seksueel geweld valt onder de gerechtelijke geneeskunde en dient verricht te worden in omstandigheden die de persoon eerbiedigen en door beoefenaars die speciaal opgeleid zijn zodat alle bewijselementen verzameld worden en wegnemingen gebeuren die noodzakelijk zijn voor het gerecht en het slachtoffer geen iteratieve onderzoeken moet ondergaan wegens oppervlakkige en onvolledige onderzoeken.

De nationale raad sluit zich aan bij de verklaring van de WGO die de gezondheidsberoepsbeoefenaars aanbeveelt dergelijke testen niet uit te voeren en geen maagdelijkheidsgetuigschriften af te leveren.

1 : http://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/275451/WHO-RHR-18.15-eng.pdf?sequence=1&isAllowed=y "Eliminating Virginity Testing: an interagency statement"
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht