Nieuwe adviezen van de Orde

01.07.2019

De Nationale Raad van de Orde der Artsen heeft op 25 juni 2 nieuwe adviezen gepubliceerd.

Inzetten van een huisarts in opleiding (HAIO) in de reguliere wachtdienst
Versturen van de resultaten aan de patiënt die dit vraagt

Inzetten van een huisarts in opleiding (HAIO) in de reguliere wachtdienst

Op 25 mei 2019 heeft de nationale raad een vraag betreffende het inzetten van een huisarts in opleiding (HAIO) in de reguliere wachtdienst voor huisartsen onderzocht.

De wachtdienst van de kandidaat-huisarts in opleiding (HAIO) moet altijd gebeuren onder supervisie en begeleiding van de stagemeester erkend in de huisartsgeneeskunde (huisarts praktijkopleider).

Tussen de stagemeester en de HAIO wordt bij aanvang van de samenwerking een overeenkomst opgesteld waarin wordt bepaald hoeveel uren wachtdienst de HAIO zal doen (met een minimum van 120 uur om erkend te kunnen worden). In de overeenkomst kan er eveneens een plaatsvervangende stagemeester worden aangeduid, die kan optreden als begeleider wanneer de stagemeester afwezig is.

De wachtkringen passen toe wat bepaald is in deze overeenkomst.

Het is de opdracht van de stagemeester om zowel zijn eigen wachtdiensten te doen, als de wachtdiensten van de HAIO te begeleiden. Hiertoe dient hij tijdens de wachtdienst van de HAIO continu bereikbaar en beschikbaar te zijn om zich desnoods binnen een redelijke termijn te begeven naar de plaats van raadpleging.

Sommige wachtkringen houden er rekening mee dat de huisarts ook stagemeester is, en beslissen dat deze artsen minder wachtdiensten hoeven te doen. Andere wachtkringen houden hiermee geen rekening. Nog andere (grotere) wachtkringen geven de stagemeester en de HAIO tegelijkertijd een wachtdienst zodat de stagemeester uiteindelijk niet meer aan wachtdiensten moet deelnemen dan de andere huisartsen.

De problematiek dient binnen de wachtkringen zelf besproken te worden.

Het is aan de provinciale raden om mogelijke deontologische inbreuken te beoordelen.

Deze materie wordt voor het overige geregeld door het Ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen.

terug

Versturen van de resultaten aan de patiënt die dit vraagt
Op 25 mei 2019 heeft de nationale raad van de Orde der artsen een vraag besproken over het rechtstreeks versturen van de resultaten van een klinisch biologische analyse door de arts-specialist in klinische biologie aan de patiënt die dit vraagt.

De arts-specialist in klinische biologie geeft op verzoek van de patiënt een kopie van de resultaten van het hem betreffende biologische onderzoek.

Hij mag enkel afwijken van dit principe als het meedelen van het resultaat klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt zou meebrengen(1).

Dergelijke uitzondering vereist dat de arts ernstige redenen heeft om te geloven dat dit risico bestaat.

De inzage in zijn gezondheidsgegevens draagt bij tot een beter inzicht in zijn gezondheidssituatie en ook tot een veilige en kwaliteitsvolle zorg. Die informatie biedt de patiënt de mogelijkheid te reageren indien de resultaten abnormaal zijn.

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht