Nieuwe adviezen van de Orde

18.06.2016

Zaterdag 18 juni heeft de Nationale Raad van de Orde der Artsen 2 nieuwe adviezen uitgevaardigd.

Afleveren aan de patiënt van een kaart met de gegevens betreffende het radioactief product dat hem toegediend werd
Behandeling met methadon en andere substitutiemedicatie door huisartsen

Afleveren aan de patiënt van een kaart met de gegevens betreffende het radioactief product dat hem toegediend werd
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) vraagt het advies van de nationale raad van de Orde der artsen betreffende het afleveren aan de patiënt van een kaart met de gegevens betreffende het radioactief product dat hem toegediend werd, met als doel de stralingsbescherming te verzekeren.

1°/ De arts die aan een patiënt radioactieve producten toedient, licht hem, wanneer deze het ziekenhuis verlaat, in over de beschermingsmaatregelen die moeten genomen worden om zijn omgeving, de bevolking in het algemeen en het leefmilieu te beschermen.

In de situaties waarin de patiënt niet in staat is deze maatregelen toe te passen, bijvoorbeeld bij bewusteloosheid of zelfs overlijden, kan de informatie in verband met zijn radioactiviteit ontbreken en zo een gevaar met zich mee brengen.

Het bij zich dragen van een kaart waarop de radioactiviteit vermeld staat is een middel om dit risico te verminderen.

Het doel van dergelijke kaart is het beschermen van de gezondheid van de personen die in contact komen met een patiënt die potentieel opwekker van radioactiviteit is door te vermijden dat ze blootgesteld worden aan onnodige stralingen. Ze kan ook nuttig zijn voor een patiënt die radioactief getest wordt bij een controle van radioactiviteit.

Het model voorgelegd door het FANC bevat de volgende informatie :

  • identificatie van de patiënt (naam, voornaam en geboortedatum)
  • toegediend isotoop (vorm, toegediende activiteit en datum van toediening)
  • gegevens van de arts verantwoordelijk voor de behandeling en de instelling
  • contactgegevens van het FANC
  • duur van de voorzorgsperiode gedurende dewelke de patiënt de kaart bij zich moet dragen.

 

De kaart bestaat in het Nederlands en in het Frans.

2°/ De nationale raad is van mening dat de patiënt ingelicht moet worden over en verantwoordelijk gemaakt moet worden voor de risico's die zijn omgeving, de gezondheidswerkers die hem verzorgen, de derden met wie hij in contact komt en het leefmilieu lopen.

De specialist verantwoordelijk voor zijn behandeling (arts nuclearist of radiotherapeut) moet hem de maatregelen van stralingsbescherming uitleggen die tijdens de voorzorgsperiode dienen te worden genomen.

De kaart die het FANC voorstelt maakt deel uit van deze maatregelen.

De patiënt dient zich ervan bewust te zijn dat deze kaart persoonlijke gegevens bevat in verband met zijn gezondheid en dat het eerste doel ervan is dat zij gelezen wordt door elke persoon die tussenkomt in geval van ongeval, teneinde de gezondheid van deze laatste te beschermen.

Over de gegevens die te lezen staan op de kaart, heeft de nationale raad geen opmerkingen te formuleren.

terug

Behandeling met methadon en andere substitutiemedicatie door huisartsen
Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld betreffende de voorwaarden om als huisarts opiaatgebruikers te behandelen met substitutiemedicatie en de hieruit volgende samenwerking met professionele drughulpverleningscentra/-netwerken.

Het koninklijk besluit van 19 maart 2004, gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 oktober 2006 tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen (B.S.21-11-2006 ) bepaalt onder andere de deelnemingsvoorwaarden en de registratieplicht van de artsen die op regelmatige basis (gelijktijdig meer dan twee patiënten) druggebruikers behandelen met vervangingsmiddelen.

Deze voorwaarden impliceren dat er een continue en nauwe samenwerking bestaat tussen deze geregistreerde artsen en de professionele drughulpverleningscentra/-netwerken, door uitwisseling van kennis en informatie. De registratie van een arts is bijgevolg niet vrijblijvend.

Deze patiëntengroep vereist een multidisciplinaire omkadering. Naast het voorschrijven van vervangingsmiddelen is er nood aan een psychosociale begeleiding. Voor deze patiëntenpopulatie zal de geregistreerde arts dan ook beroep doen op de erkende multidisciplinaire teams van de professionele drughulpverleningscentra/-netwerken.

Het is op deontologisch vlak niet verantwoord dat een arts of een groep artsen parallelle circuits uitbouwen voor de behandeling van dit patiënteel, los van de erkende gespecialiseerde multidisciplinaire hulpverlening. De geregistreerde arts kan zich niet beroepen op de "therapeutische vrijheid" om het uitgebalanceerde en (volgens de internationale guidelines) wetenschappelijk onderbouwde aanbod van professionele drughulpverlening op het gebied van substitutieprogramma's te omzeilen.

Ook artsen die slechts één of twee patiënten behandelen met vervangingsmiddelen, dienen zich op regelmatige tijdstippen bij te scholen en overleg te plegen met een arts die wel geregistreerd is en aan de wettelijke voorwaarden voldoet.

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht