Nieuwigheden mbt de personenbelasting 2014 (inkomstenjaar 2013)

20.06.2014

Betreffende de aangifte van de personenbelasting van 2014 (inkomstenjaar 2013) vestigen we graag uw aandacht op enkele belangrijke punten.

Om de aangifte van de personenbelasting in te dienen heeft u nog tijd tot :

  • 16 juli 2014, indien u gebruik maakt van Tax-on-web;
  • 26 juni 2014, indien u de papieren aangifte van de personenbelasting indient;
  • 31 oktober 2014, indien u uw aangifte door een madataris (accountant) via Tax-on-web indient.
 
U vindt hieronder een opsomming van de belangrijkste wijzigingen in de aangifte:
 
DEEL 1
 
Vak I. – Wijziging of eerste mededeling van uw bankrekening - Telefoonnummer 
De BIC-code van de bankrekening enkel nog vermeld worden voor rekeningen in het buitenland.
 
Vak III. - Inkomsten van onroerende goederen 
Naast de code 1106 moet het KI worden aangegeven van “gebouwen die u niet verhuurt, die u verhuurt aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken, of die u verhuurt aan andere rechtspersonen dan vennootschappen om ze te laten ter beschikking stellen van natuurlijke personen die ze uitsluitend als woning gebruiken”. De wijziging zit in de omschrijving. Het woord ‘uitsluitend’ werd toegevoegd, wat erop wijst dat de natuurlijke personen het onroerend goed niet deels beroepsmatig mogen gebruiken maar enkel als woning. 
 
Vak V. - Pensioenen 
Voortaan wordt een aanvullend pensioenkapitaal opgebouwd met ondernemingsbijdragen belast aan 20 % -indien het wordt opgenomen op de leeftijd van 60 jaar (nieuwe codes 1245-16 en 2245-83) en aan 18 % wanneer het wordt opgenomen op de leeftijd van 61 jaar (nieuwe codes 1253-08 en 2253-75)
 
NB: 
  • het tarief van 16,5 % geldt voor kapitalen en afkoopwaarden die worden uitbetaald naar aanleiding van de pensionering of vanaf de leeftijd van 62 jaar.
  • een aanvullend pensioen uitbetaald nav de pensionering op de leeftijd van 60 of 61 jaar wordt belast aan het tarief van 16,5 %
  • kapitalen en afkoopwaarden die worden uitbetaald vanaf de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar aan personen die ook effectief actief zijn gebleven tot aan die leeftijd worden belast aan het tarief van 10 %.
 
Vak VII. - Inkomsten van kapitalen en roerende goederen 
De rubriek VII.A. ‘Inkomsten van kapitalen voor aftrek van innings- en bewaringskosten’ kreeg een nieuwe indeling: ‘niet verplicht’ en ‘verplicht’ aan te geven roerende inkomsten. 
Deze nieuwe indeling ‘volgt uit het feit dat de roerende voorheffing sinds 1 januari 2013 opnieuw een bevrijdend karakter heeft gekregen (uitz: inkomsten uit auteursrechten). 
 
Het tarief van de roerende voorheffing werd uniform op 25 % gebracht vanaf 1 januari 2013. Uitzonderingen:
  • het tarief op de liquidatieboni bedraagt 10 % tot 1 oktober 2014, waarna het ook stijgt tot 25 %;
  • dividenden van vastgoedbevaks die voldoen aan bepaalde voorwaarden worden belast aan 15 %;
  • interesten van gereglementeerde spaarboekjes boven het vrijgestelde gedeelte van 1 880 EUR, worden belast aan 15%. interesten van de zogenaamde Leterme-staatsbons (waarop is ingeschreven tussen 24 november en 2 december 2011) worden ook aan 15% belast;
  • inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten tot aan de grens van 56 450 EUR worden getaxeerd aan 15 % roerende voorheffing. Op het deel boven deze grens wordt 25 % roerende voorheffing ingehouden maar het uiteindelijke tarief in de personenbelasting op het deel boven deze grens bedraagt wel 15 % (tenminste indien het inkomen wel degelijk als roerend inkomen kwalificeert); 
  • vergoedingen voor ontbrekende coupon of ontbrekend lot kunnen ook belastbaar zijn aan 15 % indien de roerende inkomsten waarop de coupon of het lot betrekking hebben ook aan 15 % worden belast.
 
Vak X. - (Uitgaven die recht geven op) belastingverminderingen 
De rubriek G. ‘Betalingen gedaan voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA-cheques)’  wordt nu als volgt opgesplitst:
  • betalingen gedaan in de periode tussen 1 januari 2013 en 30 juni 2013: codes 1365-90 en 2365-60
  • betalingen gedaan in de periode tussen 1 juli 2013 en 31 december 2013: codes 1380-75 en 2380-45
 
De rubriek H. ‘Betalingen gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques’ wordt op dezelfde manier gesplitst als hierboven:
  • betalingen gedaan in de periode tussen 1 januari 2013 en 30 juni 2013: codes 1364-91 en 2364-61
  • betalingen gedaan in de periode tussen 1 juli 2013 en 31 december 2013: codes 1372-83 en 2372-53
 
Sinds 1 juli 2013 is het maximumbedrag van deze uitgaven, waarop de belastingvermindering van 30 % wordt toegepast noch maar 1 380 euro per belastingplichtige per jaar i.p.v. vroeger 2 720 euro.
 
Heel wat belastingverminderingen in de rubriek K. ‘(Belastingvermindering voor) energiebesparende uitgaven in een woning die op 31 december van het jaar van de aanvang der werken vijf jaar of langer in gebruik genomen was’ werden geschrapt. Enkel de uitgaven voor de isolatie van het dak van de woning komen nog in aanmerking (code 1317).
 
Vak XIII. - Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland en juridische constructies 
Levensverzekeringen afgesloten bij een buitenlandse instelling moesten reeds in de aangifte van aanslagjaar 2013 worden aangegeven. De verplichte aangifte van buitenlandse juridische constructies is nieuw voor aanslagjaar 2014. 
 
Wanneer aangeven?
De constructie moet worden aangegeven indien de belastingplichtige, zijn echtgenote (of samenwonende partner) of zijn niet-ontvoogde minderjarige kinderen oprichter of potentieel begunstigde van de constructie zijn. 
Wat aangeven?
In de rubriek XIII.C. ‘Juridische constructies’ moet de naam en voornaam van de oprichter of de (potentieel) begunstigde worden vermeld.  Naast de code 1077-87 kan de belastingplichtige ook nog het vakje ‘ja’ aankruisen.
 
De definitie van een juridische constructie is vrij vaag en opgenomen in art. 2, §1, 13° en 14° WIB92. Bedoeld zijn enerzijds de private vermogensstructuren zoals trusts en stichtingen maar anderzijds ook alle niet belaste of zeer laag belaste buitenlandse rechtspersonen waarin de belastingplichtige belangen heeft. De vennootschappen die volgens de fiscus tot deze laatste categorie behoren, werden recent via het KB van 19 maart 2014 (BS 2 april 2014) gepubliceerd. 
 
Normaal zou in deze aangifte ook worden voorzien in een bevestiging door de belastingplichtige van het melden van buitenlandse rekeningnummers bij het centraal aanspreekpunt. Voor aj. 2014 werd dit echter uitzonderlijk niet in de aangifte opgenomen maar zal de belastingplichtige een uitnodiging per brief ontvangen om de nodige gegevens te melden aan het aanspreekpunt.
 
DEEL 2
 
Vak XIX. - Voorheffingen in verband met een zelfstandige beroepswerkzaamheid 
Hier moet de aanvullende heffing van 4 % op ontvangen dividenden en interesten niet meer vermeld worden aangezien deze heffing is afgeschaft met ingang van 1 januari 2013.
 
N.B.:
Indien u in het jaar 2013 als erkend huisarts een premie van € 20.000 heeft gekregen van het Impulsfonds als tegemoetkoming voor huisartsen die zich in prioritaire zones (d.i. zones met een gebrek aan artsen of huisartsenarme zones) vestigen, moet u deze vermelden in de rubrieken IV A 15 en XV 8. Bij de codes 1267-91, 2267-61,  1428-27 en 2428-94. Deze premie wordt afzonderlijk belast tegen een verlaagd tarief van 16,5%.

 

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht