RIZIV lost niets op met aanpak niet-erkende MRI’s (Persbericht Belgische Vereniging voor Radiologie)

18.08.2017

Scans op niet-erkende MRI’s? “Onterecht, ja. Torenhoge terugvorderingen: neen!”

Eind juli werd bekend dat het RIZIV van de Belgische ziekenhuizen 13,5 miljoen euro terugeist voor scans die op 17 niet-erkende (en intussen stilgelegde) MRI-toestellen werden uitgevoerd. Onderzoeken op deze toestellen waren eerder terugbetaald door de ziekteverzekering.

“Wij zijn zeer verrast door deze forse demarche”, aldus Geert Villeirs, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Radiologie (BVR). “Net zo goed als het RIZIV, zijn wij voor een strikt beleid en daarom hebben we het handhavingsbeleid mee vormgegeven, met onder meer de opmaak van een ‘kadaster’ van zware medische apparatuur. Daarmee wilden we proactief alle niet-erkende toestellen uit het MRI-landschap weren, om zo met een propere lei te kunnen werken aan een optimale MRI-programmatie. De BVR blijft dat beleid ook vandaag steunen, maar laakt het feit dat het RIZIV het nu retroactief aanwendt om hoge terugvorderingen te eisen, zonder enig overleg en volledig tegen de geest van de gevoerde onderhandelingen in. “We ervaren het als unfair, zeker gezien de constructieve houding die we altijd aangenomen hebben,” aldus Villeirs.

Wat is een niet-erkende MRI?

Het gaat om 17 niet-erkende MRI-toestellen, verspreid over vijf Vlaamse ziekenhuizen, vijf Waalse en vier Brusselse. Met die toestellen zijn bijna 91.000 scans gemaakt in 2015 en tijdens de eerste vijf maanden van 2016. Ze zijn in gebruik gehouden na aanschaf van nieuwe toestellen of konden destijds geïnstalleerd worden dankzij een ruime interpretatie van de erkenningen (een erkenning voor een instelling resulteerde soms in meerdere MRI-toestellen in meerdere ziekenhuizen van die instelling). Niet-erkenning van een toestel betekent overigens niet dat het toestel niet kwalitatief is; met deze 91.000 scans, die geen gebruik maken van röntgenstralen, zijn wel degelijk veel patiënten geholpen. Ze hebben er ook mee voor gezorgd dat aan de sterk toenemende vraag naar MRI-scans kon worden voldaan, in afwachting van een uitbreiding van de MRI-programmatie.

België weer in de Europese staart

De 17 niet-erkende MRI-toestellen werden in 2016 ‘ontdekt’ bij het opmaken van een ‘kadaster’ van zware medische apparatuur, in het kader van een ruimer akkoord (protocolakkoord I). Dit akkoord beoogde de te lage MRI-capaciteit aan te passen aan de sterk toenemende vraag en behelsde een uitbreiding van het aantal MRI-toestellen met 12, op een totaal van 109 (exclusief een toen onbekend aantal niet-erkende toestellen).

“Eigenlijk werd er oorspronkelijk berekend dat er 33 bijkomende MRI-toestellen nodig waren om aan de noden te kunnen voldoen,” aldus Villeirs. “De 12 extra toestellen waren daar een eerste schijf van, maar doordat 17 niet-erkende toestellen op 1 juni 2016 onmiddellijk stilgelegd werden ontstond er nog meer krapte. België is daardoor nu het enige land in Europa waar het aantal MRI-toestellen afneemt”.

Voor de patiënt betekent dit nog langere wachttijden dan de gebruikelijke 4 tot 6 weken en meer gebruik van CT-scans, die in tegenstelling tot MRI wél röntgenstralen gebruiken.

Zware sanctie

“Wij begrijpen ergens wel waarom het RIZIV wil optreden. Sommige ziekenhuizen hebben de regels inderdaad soepel geïnterpreteerd. Maar het is de grond waarop de terugvordering steunt en de hoogte ervan waar we het moeilijk mee hebben,” argumenteert de BVR-voorzitter.

Het bestaan van niet-erkende toestellen was al jarenlang bekend, maar niemand trad ertegen op. Het was uiteindelijk het handhavingsbeleid dat de basis legde voor de huidige terugvorderingen, maar de details daarvan werden maar in de loop van 2015 uitgewerkt en het juridische sluitstuk werd pas in december 2016 in de programmawet gepubliceerd. Toch is het RIZIV bij de berekening van de terugvorderingen zeer ver in de tijd teruggegaan, namelijk tot 7 januari 2015, waardoor de terugvorderbare bedragen erg groot uitvallen. Het grootste deel ervan is dan ook gebaseerd op spelregels die maar veel later veranderd zijn.

“Deze torenhoge terugvorderingen zijn geenszins te vergelijken met de dadingen die de sector van de nucleaire geneeskunde kreeg omwille van een gelijkaardig probleem, namelijk niet-erkende PET-toestellen. Daar werden de niet-erkende toestellen trouwens onmiddellijk erna erkend, wat bij de radiologen niet zo is. "Waarom worden de radiologen zo veel harder aangepakt dan de nucleair geneeskundigen?” vraagt Villeirs zich af.

Bovendien is het budget medische beeldvorming helemaal niet ‘over de schreef gegaan’. De gesloten enveloppe werd in 2015, het jaar waarin de 17 niet-erkende MRI-toestellen volop in werking waren, niet overschreden. De huidige terugvorderingen vormen dus een zoveelste “besparing” op het budget medische beeldvorming, dat al jaren onder druk staat door allerhande budgettaire maatregelen en lineaire tariefdalingen.

Constructieve opstelling

De BVR wil zich ondanks de ‘vlucht vooruit’ van het RIZIV over terugvorderingen constructief opstellen:

  • De radiologen zijn bereid weer rond de tafel te zitten met het RIZIV om het vertrouwen te herstellen. “Wat nu in de pers verscheen leidt bij vele radiologen tot een echte vertrouwensbreuk,” aldus Villeirs.
  • Er moet dringend budget voorzien worden om te kunnen werken aan een Protocolakkoord II, waarbij de MRI-capaciteit na het wegvallen van de niet-erkende toestellen alsnog op peil gebracht kan worden, de wachtlijsten afnemen en de shift van CT- naar MRI-onderzoeken bevorderd wordt.
  • In het kader daarvan zijn de radiologen bereid om ook hun volle steun te blijven verlenen aan een project voor actieve beslissingsondersteuning. Dat is software die op basis van patiëntgegevens en symptomen aanwijzingen geeft voor de meest geschikte medische beeldvormingstechniek. Dat verhoogt de zekerheid dat een aanvraag gerechtvaardigd is, waardoor onnodige onderzoeken vermeden kunnen worden. Dit mag dan uiteraard niet opnieuw als een “besparingsoperatie” beschouwd worden, maar moet ruimte creëren voor een correctere terugbetaling van MRI-onderzoeken en voor investering in technische innovaties en nieuwe radiologische toepassingen.
     
Contact: Mevrouw Fanny Vandamme (Verbond der Belgische Beroepsverenigingen Van Artsen-Specialisten – VBS), telefoon 02/649.21.47
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht