Wat betekent het Zomerakkoord voor mij als arts?

30.01.2018

Een bijdrage van onze partner, Liantis.

Tijdens de zomer zat de regering samen om hele reeks maatregelen en wetswijzigingen te bespreken. Dat leidde uiteindelijk tot het zogenaamde ‘Zomerakkoord’. Daarin werden ook een aantal maatregelen voor zelfstandigen besproken. Hieronder vind je alvast de beslissingen voor jou, als arts, belangrijk zijn.

Het doel van het Zomerakkoord is om de “tewerkstelling, de koopkracht en de sociale cohesie te bevorderen”. Dat wil de regering bereiken door een aantal maatregelen te introduceren die in werking zullen treden tijdens de volgende jaren.

Lagere minimum sociale bijdragen voor startende zelfstandigen in hoofdberoep

Plannen om te starten als arts? Ideaal, want vanaf 2018 dalen de wettelijke minimumbijdragen voor starters. 

Hoe werkte het?

Je sociale bijdrage werden berekend op basis van je netto belastbaar inkomen als arts. In 2017 lag het minimuminkomen voor zelfstandigen in hoofdberoep op € 13.296,25. Verdiende je op één jaar minder dan het minimum jaarinkomen? Dan betaalde je per kwartaal € 708,35 sociale bijdrage.

Wat verandert er vanaf 2018?

Je sociale bijdragen worden nog steeds berekend op basis van je netto belastbaar inkomen. Vanaf 2018 gelden er voor startende zelfstandigen echter nieuwe minimumdrempels.

  • Het eerste (kalender)jaar van je zelfstandige activiteit als arts zou de minimumdrempel voor je jaarinkomen € 4 432,08 bedragen. Je betaalt dan een sociale bijdrage van € 236,12 per kwartaal.
  • Bij de start van je tweede jaar als zelfstandige verhoogt de minimumdrempel naar € 8.864,17, waarvoor je dan € 472,23 per kwartaal betaalt.

Ziekte-uitkering na 2 weken arbeidsongeschiktheid

Word je als arts zelf eens slachtoffer van ziektekiemen, dan kwam je volgens de oude regeling pas na een maand arbeidsongeschiktheid in aanmerking voor een uitkering van je ziekenfonds. De periode zonder uitkering wordt de ‘carensperiode’ genoemd.

Vanaf 2018 vervalt die oude regel. Voortaan bedraagt de carensperiode voor zelfstandigen maar de helft. Je zal dus na 2 weken arbeidsongeschiktheid een ziekte-uitkering ontvangen.

Wil je aangeven dat je arbeidsongeschikt bent? Dat doe je door een ‘Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’, ook het document ‘Vertrouwelijk’ genoemd, naar de adviserend arts van je ziekenfonds op te sturen. Het document vind je op de website van je ziekenfonds. Zorg ervoor dat je omslag gesloten en gefrankeerd is, wanneer je hem opstuurt. De poststempel geldt als datum van aangifte. Liever niet met de post? Je mag het ook, in ruil voor een ontvangstbewijs, afgeven bij je ziekenfonds.

Wettelijk pensioen

Verhoging minimumpensioen voor een volledige loopbaan

Om de pensioenkloof tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen, besliste de regering de minimumpensioenen bij een volledige loopbaan voor beiden op te trekken met 0,7%.

Een loopbaanjaar als zelfstandige is een kalenderjaar waarin je minstens 2 kwartalen bijdragen betaald hebt als zelfstandige in hoofdberoep of als meewerkende echtgeno(o)t(e) maxi-statuut. Je hebt een volledige loopbaan wanneer je 45 jaar gewerkt hebt.

Daar kwam in september 2017 nog 1% bij. Ook zelfstandigen en werknemers met een onvolledige loopbaan genieten van deze verhoging. Die geldt niet voor gepensioneerden met een onvolledige loopbaan. Dat maakt dat alle zelfstandigen en werknemers hun minimumpensioen met 1,7% zien stijgen ten opzichte van 2016.

Een volledige loopbaan wordt vanaf 2018 echter beloond met een tweede verhoging van 0,7%. Hoewel deze verhoging voorlopig enkel bestemd is voor werknemerspensioenen, zal dit in toekomst waarschijnlijk uitgebreid worden naar het zelfstandigenpensioen.

De "eenheid van loopbaan" verdwijnt

Het principe van de ‘eenheid van loopbaan’ houdt het volgende in:

De berekening van je pensioen wordt bepaald door je loopbaanjaren. Tijdens die 45 jaar werken (‘de eenheid’) heb je pensioenrechten opgebouwd. Stel dat je 47 jaar werkt als arts, dan worden de 45 voordeligste jaren in rekening genomen voor je pensioen. De twee jaren die je langer werkte, zorgen niet voor extra pensioen.

Vanaf 2019 zal dat niet meer het geval zijn. Vanaf dan tellen álle gewerkte jaren mee voor je pensioenberekening. Werkte je 48 jaar? Dan zal je pensioen dus berekend worden op 48 jaar, met uitzondering van periodes van ziekte en andere gelijkgestelde periodes.

Invoering van een "gedeeltelijk pensioen"

Er zijn plannen om het mogelijk te maken om je pensioen gedeeltelijk op te nemen, terwijl je nog aan de slag bent als arts. Zelfstandigen (en werknemers) met een gedeeltelijke activiteit zouden bovendien verder pensioenrechten opbouwen. Veel is er voorlopig niet gekend over deze maatregel, maar hij zou voor 2019 gepland zijn.

Aanvullend pensioen via de tweede pijler voor eenmanszaken

Het pensioenlandschap in België wordt vaak uitgelegd aan de hand van 4 zogenaamde pijlers. Je bouwt je wettelijk pensioen (1e pijler) op door de sociale bijdragen die je elk kwartaal aan je sociaal verzekeringsfonds betaalt. Daarnaast is het aangewezen om via een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) of een Sociaal VAPZ je pensioen aan te dikken Ben je actief in een vennootschap? Overweeg dan een Individuele Pensioentoezegging (IPT) bovenop je VAPZ. Je betaalt in ieder geval op een fiscaalvriendelijke manier premies om extra pensioen te verwerven (2e pijler).

Momenteel kan je als eenmanszaak niet via de tweede pijler sparen voor je pensioen. Daar zou in de toekomst echter verandering in komen. Je zal dan ook zonder vennootschap extra pensioen kunnen sparen via de tweede pijler.

Je kan als (startend) arts ook steeds terecht bij het Vlaams Artsensyndicaat (VAS).

Bron: Liantis (www.liantis.be)

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht