Boostervaccin voor mensen met een verlaagde immuniteit

25.01.2022

Op basis van het advies van de Task Force Vaccinatie en de Hoge Gezondheidsraad beslisten de ministers van Volksgezondheid om een boostervaccin aan te bieden aan mensen met verlaagde immuniteit (immunogecompromitteerden).

Personen met een verminderde immuniteit kunnen minder beschermd zijn na hun basisvaccinatie met 1 of 2 dosissen. Daarom kregen zij in september 2021 al een extra prik, die kan worden beschouwd als een deel van hun basisvaccinatie. Nu wordt daar dus door de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een boostervaccinatie met een mRNA vaccin (Pfizer of Moderna) aan toegevoegd. Het is aanbevolen om ten vroegste na drie maanden na de laatste basisvaccinatie deze booster toe te dienen. Zoals voor de rest van de bevolking kan deze mRNA boostervaccinatie ook gebeuren na een basisvaccinatie met een niet-mRNA vaccin (zoals dat van Johnson & Johnson of AstraZeneca).

Het gaat om personen vanaf 12 jaar met verminderde immuniteit, veroorzaakt door een bepaalde aandoening of door een behandeling. Hierdoor reageert hun lichaam minder sterk op een vaccin, en is een booster, na de extra dosis aangewezen om optimaal beschermd te worden tegen een ernstig ziekteverloop, hospitalisatie of zelfs overlijden door COVID-19.

Het betreft patiënten:

  • met aangeboren afweerstoornissen
  • die chronische nierdialyse krijgen
  • met inflammatoire aandoeningen die worden behandeld met immunosuppressiva
  • een kankerbehandeling volgen, of die er afgelopen 3 jaar een behandeling voor kregen
  • stamcel - en orgaantransplant patiënten, inclusief pre-transplantpatiënten
  • HIV-patiënten waarvan het aantal CD4-cellen lager ligt dan 200 per mm³ bloed 

 

Het gaat om ruim 325.000 personen, waarvan bijna 93% reeds een extra prik ontving.

Praktisch zullen deze patiënten de komende weken opnieuw, zoals dit het geval was in september, een uitnodiging ontvangen voor vaccinatie in een nabijgelegen vaccinatiecentrum. 

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht