BVAS start procedure voor opzegging akkoord artsen-ziekenfondsen
Een artsensyndicaat heeft het recht om een lopend tarievenakkoord (conventie) op te zeggen binnen de 15 dagen “na de bekendmaking van maatregelen die eenzijdig en zonder overleg tot stand zijn gekomen en die het evenwicht van rechten en plichten voortvloeiend uit het akkoord ernstig schaden”. Die clausule staat in de punten 8.2.4 en 8.2.5 van het akkoord zelf.
De ‘wet diverse bepalingen inzake gezondheidszorg’ die op 9 december 2022 in het Staatsblad verscheen, voldoet aan deze criteria. Via deze wet voert minister Vandenbroucke unilateraal een algemeen verbod in op ereloonsupplementen in de ambulante zorg bij patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming. Met dat verbod overschrijdt de minister een rode lijn, waarschuwde BVAS al herhaaldelijk.
Vandenbroucke legt namelijk conventietarieven op aan artsen die om welke goede reden dan ook de voorwaarden van de conventie niet kunnen aanvaarden. De ambulante zorg heeft al jaren te kampen met een doelbewuste onderfinanciering door de overheid. Artsen kunnen de tarieven van het akkoord bijvoorbeeld weigeren omdat ze zo laag zijn dat ze niet uit de kosten komen, omdat innovatieve technieken in het voordeel van de patiënten onmogelijk zijn aan conventietarieven of omdat de afhoudingen in de ziekenhuizen te hoog zijn. De maatregel van Vandenbroucke maakt het voor artsen zinloos om nog te deconventioneren terwijl die keuze sinds decennia een fundamentele pijler van het overlegsysteem is.
Minister Vandenbroucke negeerde al onze waarschuwingen, zodat BVAS geen andere keuze restte dan de opzegprocedure in gang te zetten. Dat gebeurde op 22 december 2022, dus binnen de gestelde termijn. Maar het betekent nog niet meteen dat het akkoord al opgezegd is. Volgens de geijkte procedure gebeurt dat pas als de vergadering van de medicomut op maandag 9 januari aanstaande, in aanwezigheid van minister Vandenbroucke, op niets uitdraait en een meerderheid op de artsenbank de opzegging bevestigt. In dat geval wordt het akkoord 30 dagen later van rechtswege beëindigd. Maar de minister heeft dus maandag nog de kans om de lont uit het kruitvat te halen.
De ‘wet diverse bepalingen’ mag dan al de concrete aanleiding voor het activeren van de opzegprocedure zijn, er is veel meer aan de hand. Met een reeks van populistische maatregelen zoekt minister Vandenbroucke al enige tijd bewust de escalatie met de artsen op. Zo wil hij de radiologen voor onderzoeken met zware medische apparatuur verplichten aan conventietarief te werken. De klinische biologie, pathologische anatomie en genetica staan gelijkaardige maatregelen te wachten.
BVAS vraagt zich af wat minister Vandenbroucke bezielt. Door eenzijdig te morrelen aan de supplementen licht hij één onderdeel uit de hervormingsoperatie van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering. Die werven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en alleen een coherente aanpak kan tot resultaten leiden. Door de supplementen uit dit geheel te lichten, hypothekeert hij het hele hervormingsproject.
Ook het feit dat de premie, die minister Vandenbroucke voorziet ter compensatie van de stijgende energieprijzen, uitsluitend voorbehouden is aan artsen die het akkoord hebben aanvaard, zet kwaad bloed. Alsof de energieprijzen voor gedeconventioneerde artsen niet gestegen zouden zijn. Het is een cynische vorm van discriminatie tussen artsen onderling die BVAS in geen geval kan aanvaarden.
Dr. Johan Blanckaert
Voorzitter BVAS