Diverse bepalingen in onze wetgeving: van nu en straks (BVAS)

01.08.2017

Een wetsontwerp met diverse bepalingen inzake gezondheid werd op 20 juli jl. aangenomen door de plenaire vergadering van de Kamer. In dit wetsontwerp wordt het beloofde juridisch kader voor ziekenhuisnetwerken evenwel niet uitgetekend. Dit wordt opgenomen in een afzonderlijk voorontwerp van wet met betrekking tot de klinische netwerken, dat de ziekenhuiswet op meerdere punten zal wijzigen. Het woord ziekenhuisnetwerken komt dus niet voor in de wet van 20 juli 2017.

De BVAS eist reeds van in den beginne een strategische en operationele betrokkenheid van artsen in de governance van de toekomstige ziekenhuisnetwerken. Tijdens een infosessie voor medische raden d.d. 28 juni jl. in Antwerpen bleek duidelijk dat ook de medische raden zelf een deelname van artsen aan het bestuur onontbeerlijk achten om een vertrouwenwekkende governance structuur van de ziekenhuisnetwerken te bieden.

In zijn redactioneel voorwoord ‘Op weg naar 25 ziekenhuisnetwerken?’ in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht mei-juni 20171 stelt nu ook Mr. Stefaan Callens luidop de vraag of artsen niet mee aan het stuur moeten zitten van het nieuwe netwerk: “De beslissingen die het ziekenhuisnetwerk moet nemen, zullen heel vaak verband houden met de medische activiteiten van de artsen zelf. Een goede kennis van die medische activiteiten en vooral van hun evolutie in een zeer snel ontwikkelende (internationale) en technologische sector is cruciaal om het netwerk goed te leiden. In die zin is het logisch dat artsen het netwerk zelf mee(be)sturen.”

Het vraagteken dat meester Callens achter zijn titel zette, bleef ook niet onopgemerkt. Rijzen er twijfels dat één van de drie grote werven van minister De Block niet uit zijn stellingen zal geraken omwille van meningsverschillen tussen de federale minister en de gemeenschapsministers? Het valt alleszins op dat noch de wet op de laag variabele zorg, noch de wet op de ziekenhuisnetweken vóór het zomerreces het licht konden zien.

Ook hoogst ongebruikelijk is dat de wetswijzigingen die de wet van 20 juli 2017 aan de programmatie van ziekenhuizen aanbrengt, enkel voor de huidige legislatuur gelden. De wet vervalt immers zodra de nieuw verkozen Kamer van volksvertegenwoordigers na de eerstvolgende federale verkiezingen zal zijn bijeengeroepen, normaliter dus ergens in 2019. Of de uitvoeringsbesluiten die zullen worden genomen op basis van deze tijdelijke wet rechtsgeldig zullen zijn, is nog voer voor discussie.  

Voor onze Nederlandstalige vrouwelijke collega’s is er alvast wel goed nieuws. Enkele jaren nadat ondergetekende in het RIZIV Verzekeringscomité had aangedrongen om eindelijk de term “geneesheer” overal in de wetgeving te vervangen door “arts” is het zover: alvast in de ziekteverzekeringswet worden 10 dagen na publicatie van de wet van 20 juli 2017 alle “geneesheren” dan “artsen”, van “geneesheer-ambtenaar” tot “geneesheer-directeur-generaal” wordt het “arts-ambtenaar” tot  “arts-directeur-generaal” en alle andere mogelijke combinaties met geneesheer-/arts- … .

Zodra de wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid van 20 juli 2017 zal gepubliceerd zijn, komen we er op terug. En natuurlijk ook zodra er nieuws is over de wetsontwerpen met betrekking tot de ziekenhuisnetwerken en/of tot de forfaitarisering van de laag variabele zorg. 

Dr. Marc Moens, Voorzitter BVAS en VAS

1: T.Gez. 17/18, 5, p. 288
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht