Hoge Gezondheidsraad en Taskforce Vaccinatie houden vast aan 2 dosissen voor betere bescherming

20.02.2021

mRNA-vaccins (Moderna en Pfizer): Hoge Gezondheidsraad en Taskforce Vaccinatie houden vast aan 2 dosissen voor een betere bescherming tegen de varianten

Op 11 februari adviseerden de Franse gezondheidsautoriteiten om aan de mensen die al een COVID-19 infectie doormaakten, slechts één dosis van een mRNA-vaccin (Pfizer of Moderna) te geven. Hiermee was Frankrijk het eerste land dat dergelijke aanbeveling formuleerde.

De Franse HAS (Haute Autorité de Santé) gebruikte als argument dat mensen die genezen zijn van Covid-19 tijdens hun infectie een immuungeheugen hadden ontwikkeld. Eén enkele dosis van het vaccin zou dan volstaan als booster. De HAS raadt aan om deze eenmalige vaccinatie minstens drie en liefst zes maanden na genezing uit te voeren. Dankzij deze aanpak kunnen een groot aantal vaccins worden uitgespaard, wat met de huidige beperkte leveringen een groot voordeel zou zijn.

En het standpunt van België?
De Hoge Gezondheidsraad (HGR) onderzocht de relevantie, de mogelijke voordelen en de haalbaarheid van een dergelijke aanpak in ons land. Ze stelde de resultaten donderdagavond (17.02.2021) voor aan de Taskforce Vaccinatie:

  1. De meerderheid van de mensen die besmet werden met COVID-19 (ongeveer 20% van de Belgische bevolking) hebben inderdaad een immuniteit opgebouwd. Dit is echter niet bij iedereen het geval.
  2. Momenteel is het nog onzeker hoelang men na de infectie beschermt is. De duur schommelt tussen 3 en 6 maanden.
  3. Op basis van de huidige analyses kan de HGR geen conclusies trekken over de effectiviteit van de bescherming tegen de COVID-19-varianten.

 

Bovendien zouden er zich bij die aanpak een aantal praktische, operationele problemen stellen, zoals nagaan welke mensen reeds met COVID-19 werden besmet.

Daarom is het volgens de HGR momenteel niet aangewezen om iets te wijzigen aan haar aanbevelingen. Bij gebrek aan meer precieze kennis over de aard van de immuniteit na infectie, wordt er best zo snel mogelijk gevaccineerd (d.w.z. 14 dagen na het verdwijnen van de symptomen of op het einde van de quarantaine), om het immuunspectrum uit te breiden. Op die manier wordt er een betere resistentie tegen varianten opgebouwd (momenteel bekend als de Zuid-Afrikaanse of Braziliaanse varianten).

Op basis van dit advies maakte de Taskforce een afweging tussen de voor- en nadelen van de Franse aanpak. Ze besloot dat het huidige vaccinatieschema, met de toediening van twee vaccins (Pfizer en Moderna) moet worden gehandhaafd.

Prof. Dirk Ramaekers, hoofd van de Taskforce Vaccinatie: ‘het aantal doses dat we door de Franse aanpak zouden besparen, weegt niet op tegen de huidige onzekerheid over de immuniteit bij de mensen die al besmet zijn geweest. Om zo snel mogelijk een ​​terugkeer naar het normale leven te garanderen, blijft het bieden van een ​​optimale bescherming aan het grootste aantal inwoners van België ons belangrijkste doel’.

Bron: Task Force Vaccination

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht