Hoge Raad voor Zelfstandigen komt met negatief advies over verbod op ereloonsupplementen
De Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO’s is van oordeel dat het verbod op ereloonsupplementen op geen enkele objectieve basis te rechtvaardigen valt.
Het verbod is een inbreuk op de vrijheid van ondernemen, miskent de specificiteit van de vrije beroepen en haalt het overlegmodel in de gezondheidzorg onderuit, staat er in het advies dat de Hoge Raad heeft uitgebracht.
De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO’s is een officieel adviesorgaan van de federale overheid waarin alle sectoren van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen zijn vertegenwoordigd.
Het is dus niet alleen de medische en paramedische sector die zich tegen het verbod op ereloonsupplementen uitspreekt. Ook meer dan 180 beroepsorganisaties van andere sectoren, gaande van voeding over textiel en technologie tot juridische en economische beroepen, scharen zich achter het advies.
Dat is interessant omdat het erop wijst dat de maatregelen van minister Vandenbroucke niet alleen een gevoelige snaar raken bij artsen, tandartsen of paramedici maar ook door andere zelfstandigenfederaties als een niet te tolereren inbreuk op de vrijheid van ondernemen worden ervaren.
Voor de Hoge Raad is de vrijheid van ondernemen “een fundamenteel beginsel van dwingende aard” uit het economisch wetboek.
Geen objectieve basis
Voor een goed begrip: het advies slaat zowel op het verbod op ereloonsupplementen bij patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming als op de wet die radiologen verbiedt om supplementen aan te rekenen bij gebruik van zware medische apparatuur voor niet-gehospitaliseerde patiënten.
“De Hoge Raad is tegen deze verboden,” luidt het. “Ze zijn in strijd met een reeks door de Hoge Raad verdedigde principes en de aangevoerde verantwoording is niet gebaseerd op enige objectieve basis.”
In haar advies zet de Hoge Raad alle argumenten tegen de supplementenverboden netjes op een rij. Zo zullen artsen in de ambulante zorg minder geneigd zijn om nog te investeren in nieuwe toestellen en personeel. De wachttijden voor patiënten kunnen oplopen en er kan een impact zijn op de kwaliteit van zorg.
De adviesraad plaatst ook kanttekeningen bij de “eenzijdige” manier waarop de categorie van patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming werd uitgebreid van 900.000 naar 2,2 miljoen mensen. Dat gebeurde niet op basis van objectief cijfermateriaal.
De Hoge Raad merkt in dat verband op dat de filosofie die ten grondslag ligt aan het statuut van verhoogde tegemoetkoming “verwrongen” wordt, wat op termijn het sociale zekerheidsstelsel in gevaar zal brengen.
De keuzevrijheid van arts en patiënt is een ander fundamenteel principe dat door het supplementenverbod wordt aangetast. Artsen hebben nu eenmaal de keuze om akkoorden te aanvaarden of te weigeren. En dus, zo voert de Hoge Raad aan, “slaat het nergens op om aan de niet-geconventioneerden de tarieven op te leggen van de akkoorden die zij hebben geweigerd.”
Het verbod op ereloonsupplementen haalt het akkoordensysteem onderuit, aldus de Hoge Raad. Tariefakkoorden beogen ook tariefzekerheid voor de patiënten. De boodschap is dat wie het systeem van tariefakkoorden – met de ingebakken keuzevrijheid om een conventie al dan niet te aanvaarden – ondermijnt, meteen ook de tariefzekerheid voor de patiënten ondermijnt.
Van vitaal belang
De overheid moet erover waken dat de vrijheid van ondernemen, de specificiteit van het vrije beroep en het overlegmodel gerespecteerd blijven, luidt het tot slot.
“De Hoge Raad herinnert nogmaals aan het belang van de medische en paramedische beroepen die een opdracht hebben op het gebied van volksgezondheid. Het is dan ook van vitaal belang om hen met het bijbehorende respect te behandelen.”
Dr. Johan Blanckaert,
Voorzitter BVAS
U kan het volledige advies van de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO’s hieronder raadplegen.