Nieuwjaarswens voor 2025: minder lasten, meer waardering voor artsen
De vijfde doelstelling van de quintuple aim, gericht op het welzijn van zorgprofessionals, werd gepresenteerd als een belangrijk speerpunt. Wie echter dacht dat dit daadwerkelijk serieus werd genomen, komt bedrogen uit: een auto heeft vier wielen, en de vijfde doelstelling blijkt het vijfde wiel aan de wagen te zijn.
De artsen hebben dit inmiddels duidelijk mogen ervaren wat de administratieve lasten betreft:
- Spine-chirurgen zijn verplicht om 54 velden uit een register in te vullen, voordat zij hun nomenclatuurnummer kunnen invoeren in het facturatiesysteem.
- Artsen die ambulante prestaties elektronisch factureren, moeten negen transparantiecodes invullen, naast de nomenclatuurcode en mogelijk enkele aanvullende omschrijvingen. Dit laatste is echter nog niet definitief, aangezien het BVAS niet op dezelfde lijn zit als het RIZIV. Dit moet juridisch nog opgelost worden.
- Minister Vandenbroucke heeft artsen opgezadeld met een verbod op ereloonsupplementen voor VT-patiënten bij ambulante verstrekkingen, zonder zich af te vragen of deze supplementen noodzakelijk kunnen zijn voor het leveren van kostendekkende zorg. Dit verbod wordt in twee fasen ingevoerd: de eerste groep VT-patiënten per 1 januari 2025, en de volledige groep (groep 1 en 2) per 1 januari 2026. Op 16 december 2024 hadden we nog geen duidelijk antwoord ontvangen over hoe artsen in het facturatiesysteem kunnen controleren of ze met een groep 1 VT-rechthebbende te maken hebben. Dit zou vanaf 1 januari 2025 zichtbaar moeten zijn in Mycarenet, maar het blijft de vraag of dit bij de intake van de patiënt reeds zichtbaar zal zijn, of pas tijdens het tarificatieproces. Het RIZIV heeft tijdens het Verzekeringscomité op 16 december 2024 weliswaar gegarandeerd dat dit bij de intake zichtbaar zal zijn, maar hoe dit precies zal gebeuren, is nog onduidelijk. Daarnaast zou er nog steeds de mogelijkheid blijven om ereloonsupplementen te vragen bij VT-patiënten in gevallen van bijzondere eisen, zoals voorzien in artikel 50 §6 van de GVU-wet en overeengekomen in het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2024-2025.
Omdat artsen nu eenmaal geen helderzienden zijn en het VT-statuut retroactief kan worden toegekend door de ziekenfondsen, kan het gebeuren dat een patiënt die bij de arts niet als VT-geclassificeerd is, twee weken later retroactief wel als zodanig geclassificeerd blijkt te worden. Het Riziv heeft echter wel gegarandeerd dat het verbod op ereloonsupplementen voor VT-patiënten niet retrograad zal ingaan.
Mocht u vanaf 1 januari 2025 problemen ondervinden met de facturatie, noteer deze dan, bij voorkeur met screenshots, en stuur deze naar het BVAS-secretariaat (info@absym-bvas.be). Wij zullen de verzamelde gevallen overdragen aan het RIZIV tijdens een van de nieuwjaarsrecepties eind januari 2025.
Artsen werden tijdens de Covid-periode geprezen, zelfs door de overheid. Vandaag worden deze artsen echter belast met torenhoge administratieve lasten en geconfronteerd met een minister die wil afrekenen met ereloonsupplementen, fraudebestendige teleconsultaties en de rol van artsen als exclusieve vaccinators.
De Quintuple Aim voor artsen: als dit zo verder gaat, ziet het er niet veelbelovend uit voor 2025. Wij hopen dan ook op een herwaardering van het beroep van de artsen en overige zorgverleners vanuit een nieuwe regering.