Optreden in rechte van de Medische Raad: een nieuwe wending?

Hoe moet een medische raad in rechte optreden?

De medische raad van een ziekenhuis bezit geen rechtspersoonlijkheid, maar verenigt wel een aantal personen die hetzelfde doel nastreven. Daarom wordt algemeen aanvaard dat de medische raad van een ziekenhuis gekwalificeerd dient te worden als een zogenaamde ‘feitelijke vereniging’ (behoudens wanneer de medische raad zich zou hebben georganiseerd in een rechtspersoon, bv. een vzw). Dit heeft tot gevolg dat de algemene rechtsprincipes die van toepassing zijn op de feitelijke verenigingen, ook van toepassing zijn op de medische raden van ziekenhuizen. Zo ook de principes betreffende de mogelijkheid van een feitelijke vereniging om in rechte op te treden. 

Het is vaststaande rechtspraak en rechtsleer dat een feitelijke vereniging slechts in rechte kan optreden via al haar leden tezamen, dan wel via de aanstelling van een lasthebber. Dit is het gevolg van het feit dat een feitelijke vereniging geen rechtspersoonlijkheid heeft en dus juridisch niet als een afzonderlijke persoon wordt gekwalificeerd. Hierdoor kan een medische raad enkel overgaan tot dagvaarding indien alle leden van de medische raad gezamenlijk een vordering instellen, dan wel een specifieke lasthebber aanduiden. Bovendien kan de medische raad op zich niet aansprakelijk worden gesteld, maar moeten steeds al haar leden afzonderlijk worden aangesproken. De eigen beroepsaansprakelijkheid van de leden van de medische raad komt dus in het gedrang wanneer zij worden aangesproken in de uitoefening van hun bevoegdheid als lid van de medische raad.

“Het is vaststaande rechtspraak dat een feitelijke vereniging slechts in rechte kan optreden via al haar leden tezamen.”

Hetzelfde geldt voor de procedures voor de Raad van State en het Grondwettelijk Hof, alhoewel er voor deze rechtscolleges een uitzondering geldt: beide rechtscolleges aanvaarden namelijk dat een feitelijke vereniging toch zelf kan optreden in rechte indien twee voorwaarden voldaan zijn: de feitelijke vereniging moet door de overheid erkend zijn én de vereniging moet betrokken zijn bij de werking van een openbare dienst. Aangezien de medische raad van een ziekenhuis echter niet aan deze voorwaarden voldoet, dient de medische raad van een ziekenhuis voor deze rechtscolleges op dezelfde manier in rechte op te treden als voor de gewone hoven en rechtbanken, nl. door middel van al haar leden tezamen, dan wel door middel van een lasthebber.  

Een recent arrest van het Hof van Beroep te Luik van 10 september 2012 lijkt deze vaststaande principes te ontkrachten. In dit arrest stelt het Hof dat de medische raad van een ziekenhuis wél kan optreden in rechte en dit voor zover de medische raad opkomt voor de bescherming van zijn wettelijke rechten. In casu ging het over een medische raad die zich had verzet tegen de fusie van zijn ziekenhuis met een ander ziekenhuis. De medische raad had hierover een negatief advies gegeven, hetwelk werd genegeerd door het ziekenhuisbeheer: de fusie werd toch doorgevoerd. De betreffende medische raad is vervolgens een gerechtelijke procedure opgestart. Alhoewel de medische raad uiteindelijk niet in het gelijk werd gesteld, werd haar vordering wel ontvankelijk verklaard: de medische raad zelf mocht volgens het Hof in rechte optreden. Het Hof lijkt deze visie te motiveren op basis van het gegeven dat de medische raad optrad ter verdediging van de wettelijke rechten van de medische raad zelf. Belangrijk is wel op te merken dat de vordering tevens werd ingesteld door de 8 individuele leden van de medische raad. 

Deze beslissing van het Hof van Beroep te Luik houdt ons inziens evenwel geen ommekeer in van het principe dat een Medische Raad als feitelijke vereniging niet kan optreden in rechte. Het betreft een geïsoleerd precedent dat nog geen (gepubliceerde) navolging kreeg en ons inziens ook niet zal krijgen, nu het feit dat de medische raad via de wet specifieke rechten toegekend kreeg, geen uitzonderingsgrond vormt op basis waarvan haar procesbekwaamheid als feitelijke vereniging zou wijzigen. Wij verwachten dan ook dat deze rechtspraak niet zal gevolgd worden door andere rechtscolleges.

Indien de medische raad, geïnspireerd door het vermelde arrest van het Hof van Beroep te Luik, zou beslissen zelf een vordering in te stellen, is het alvast aangewezen dat in elk geval ook alle leden van de medische raad mee in de procedure worden betrokken om het risico te vermijden dat de vordering onontvankelijk wordt verklaard. 

Jellina Buelens
Advocaat Monard-D’Hulst

 
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht

Lid worden

Hier vindt u alles wat uw lidmaatschap bij het Vlaams Artsensyndicaat inhoudt.

Ontdek hier uw lidmaatschap.