Advies Orde van Artsen over teleconsultatie in het kader van pandemie coronavirus (COVID-19)

10.03.2020

Persbericht van de nationale raad van de Orde der artsen in verband met de uitzonderlijke maatregelen die de eerstelijnsgeneeskunde dient te treffen in het kader van de pandemie van het coronavirus (COVID-19)

De nationale raad van de Orde der artsen brengt onderstaand advies uit in verband met de uitzonderlijke maatregelen om de volksgezondheid te beschermen en de gezondheidsdiensten, in het bijzonder de eerstelijnsgeneeskunde, operationeel te houden in het kader van de pandemie van het coronavirus (COVID-19).

Het Franstalige College voor huisartsgeneeskunde van België (CMG) en Domus Medica raden een telefonische triage aan van patiënten die symptomen vertonen van besmetting met COVID-19.

De nationale raad van de Orde der artsen brengt de deontologische beginselen in herinnering die in acht genomen moeten worden bij de behandeling van een patiënt zonder rechtstreeks fysiek contact met hem.

In zijn advies van 21 september 2019 over de teleconsultatie met het oog op het stellen van een diagnose en het voorstellen van een behandeling (Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 166) heeft de nationale raad de grenzen en de mogelijkheden van teleconsultatie onderzocht. Het volgende werd daarbij in herinnering gebracht: "Een raadpleging op afstand heeft, ook al blijkt ze gebruiksvriendelijk voor de patiënt, niet dezelfde nauwkeurigheid als een raadpleging in aanwezigheid van de patiënt en de arts. Teleconsultatie biedt dan ook niet dezelfde veiligheid op het vlak van de diagnose en van het voorschrijven van geneesmiddelen. Teleconsultatie kan de klassieke face-to-face raadpleging slechts vervangen indien een bijzondere situatie dit rechtvaardigt."

In de huidige omstandigheden van de coronaviruspandemie gaat het wel degelijk over een bijzondere situatie gezien de pandemiecontext die vergt dat maatregelen genomen worden op het gebied van de volksgezondheid om de risico's op verspreiding in te perken. Verplaatsingen van besmette patiënten of van patiënten van wie vermoed wordt dat ze besmet zijn met het virus zo veel mogelijk beperken, is een prioritaire maatregel bij de gezondheidsaanpak van deze pandemie.

Om een telefonisch advies te verstrekken moet de arts een volledige anamnese uitvoeren rekening houdend met de risicofactoren die inherent zijn aan de pathologie ("red flags"), met de antecedenten van de patiënt en met zijn andere acute of chronische aandoeningen die hem kwetsbaarder kunnen maken. De eerstelijnsartsen verwachten van de wetenschappelijke en gezondheidsautoriteiten dat zij de alarmtekenen ("red flags") die inherent zijn aan deze pathologie preciseren en actualiseren. Er dient op gewezen dat de gevolgen van dergelijke besmetting nog steeds onvoldoende gekend zijn en dat een bepaald percentage van patiënten een ernstige longaandoening ontwikkelt die levensbedreigend kan zijn.

De minimumvoorwaarden opdat een aanpak op afstand aanvaardbaar is, houden in dat de arts a) de patiënt en zijn antecedenten goed kent, b) inzage heeft in de medische informatie betreffende de patiënt (medisch dossier) en c) in staat is de continuïteit van de zorg te waarborgen.

In de huidige context kan het kennen van de patiënt gebaseerd zijn op de inzage in een up-to-date elektronisch medisch dossier via de regionale uitwisselingsnetwerken. Natuurlijk is het voor de continuïteit van de zorg vereist dat de arts die een advies verstrekt een toegankelijke geneeskundepraktijkruimte heeft en bereid is de patiënt wiens toestand het toelaat daar te ontvangen. In geval van teleconsultatie waarborgt de arts dat hijzelf of een wachtdoende collega 24 uur op 24 bereikbaar is.

De arts die telefonisch gecontacteerd wordt, moet de risico's voor de patiënt en voor de gemeenschap afwegen tussen een telefonisch advies, een face-to-face raadpleging, een huisbezoek en doorverwijzing naar een structuur (al dan niet ziekenhuisgebonden) die instaat voor de opsporing en de behandeling van patiënten die besmet zijn of van wie vermoed wordt dat ze besmet zijn met het COVID-19-virus.

Indien de arts meent dat een telefonisch advies volstaat om de risico's voor de patiënt, het medisch personeel en de gemeenschap te beoordelen en indien hij ernstige redenen heeft om aan te nemen dat het volstaat dat de patiënt zich thuis verzorgt, kan hij hem, gedurende de periode van uitzonderlijke maatregelen in verband met deze pandemie, een getuigschrift verstrekken op basis van de telefonische anamnese en niet noodzakelijk van een fysiek onderzoek (wat gepreciseerd dient te worden in het getuigschrift). In dit getuigschrift attesteert de arts dat hij de patiënt aangeraden heeft de woning niet te verlaten om reden van vermoeden van besmetting met COVID-19.

De arts noteert in het dossier van de patiënt dat hij telefonisch contact gehad heeft met de patiënt, de raadgevingen die hij hem verstrekt heeft en de eventuele afgifte van een getuigschrift.

In de bijzondere omstandigheden van een nieuwe pathologie wijst de nationale raad erop dat de arts uiterst omzichtig te werk moet gaan bij het voorschrijven van geneesmiddelen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht