Nieuwe adviezen van de Orde

21.06.2023

De Nationale Raad van de Orde van Artsen heeft onlangs n.a.v. zijn vergadering van 10.06.2023 twee nieuwe adviezen gepubliceerd.

1. Het tekort aan artsen en de weerslag hiervan op de gezondheidszorg
2. Deontologische regels bij het attesteren van een arbeidsongeschiktheid tijdens of na een vakantie in het buitenland

1. Het tekort aan artsen en de weerslag hiervan op de gezondheidszorg

De nationale raad van de Orde der artsen bestudeerde de problematiek van het tekort aan artsen en de weerslag hiervan op de gezondheidszorg.

Zeer regelmatig krijgen de provinciale raden en de nationale raad klachten van patiënten omwille van het feit dat ze geen arts vinden die binnen een redelijk tijdsbestek aan hun hulpvraag tegemoet kan komen. Bij het platform “arts in nood” is er een exponentiële toename van het aantal hulpvragen omwille van een onverantwoorde en ondraaglijke werklast. Meerdere ontredderde artsen laten weten dat ze per direct willen stoppen met hun praktijkvoering.

Het tekort aan artsen is al enkele jaren een heikel punt binnen de gezondheidszorg maar nu is deze problematiek in een stroomversnelling gekomen omdat de middelen om de penurie op te vangen uitgeput raken. In het begin van het tekort probeerden artsen zelf de grotere vraag naar zorg op te vangen door meer uren te presteren en zorgden huisartsenkringen en ziekenhuizen voor een betere afstemming om patiënten zo goed mogelijk op te vangen.

Wanneer deze maatregelen niet volstonden en de werkload onaanvaardbaar werd, kondigden meerdere artsen uit zelfbescherming een patiëntenstop aan. Onvermijdelijk verplaatste de werklast zich naar andere praktijken of naar spoedgevallendiensten met het oplopen van de wachttijden en klachten omwille van oneigenlijk gebruik tot gevolg. Tegelijk hebben artsen allerlei taken gedelegeerd aan andere zorgverstrekkers maar ook deze oplossing is begrensd als men kwaliteitsvolle geneeskunde wil blijven nastreven.

Men is nu op een punt gekomen dat bij elke bijkomende belasting van de arts een domino-effect dreigt te ontstaan waarbij meerdere collega’s tegelijk en definitief zullen afhaken en de gezondheidszorg voor een ernstige crisis komt te staan.

De tijd is aangebroken voor de beleidsvoerders om versneld alle beloofde ondersteunende maatregelen onmiddellijk te implementeren. Ook dient de overheid bij de berekening van de toekomstige quota en subquota rekening te houden met een brede marge om onvoorspelbare factoren die de werkomstandigheden verzwaren zoals massieve uitbraken van infectieziekten, toenemende agressie tegenover gezondheidsverstrekkers, verhoogde administratieve last etc. op te vangen. De shift van torenhoge arbeidsuren naar een normaal werkregime omwille van de aandacht die artsen schenken aan het bewaken van de balans tussen het werk en het privéleven moet ook in rekening worden gebracht. De vicieuze cirkel waarbij steeds minder artsen meer werk moeten verrichten dient absoluut doorbroken te worden.

De nationale raad roept de wetenschappelijke verenigingen, de beroepsverenigingen en de patiëntenorganisaties op om mee te denken over oplossingen voor de korte en lange termijn en vraagt de huisartsenkringen en ziekenhuizen redelijke oplossingen te blijven uitwerken om ons zo geroemde systeem van toegankelijke en kwalitatieve zorg te kunnen blijven aanbieden. De nationale raad is bereid aan dergelijke initiatieven mee te werken of deze te faciliteren.

terug

2. Deontologische regels bij het attesteren van een arbeidsongeschiktheid tijdens of na een vakantie in het buitenland

De nationale raad van de Orde der artsen onderzocht de problematiek betreffende het attesteren van de arbeidsongeschiktheid in geval van ziekte tijdens een vakantie in het buitenland, opdat de werknemer zijn recht kan uitoefenen om deze vakantiedagen later op te nemen.

De wettelijke en deontologische regels omtrent het attesteren van arbeidsongeschiktheid blijven ongewijzigd.

De arts dient de deontologische regels te volgen zoals bepaald door artikel 26, Code van medische deontologie, het advies van de nationale raad van 19 september 2020, “Opstellen van medische documenten – Principes en aanbevelingen”, a167021 en het advies van de nationale raad van 18 juni 2022, “Teleconsultaties in het huidige zorglandschap – Deontologische regels”, a169012.

Een medisch attest van arbeidsongeschiktheid dient gedateerd te worden op de dag van de redactie. Evenwel is het mogelijk de gezondheidstoestand van de patiënt op een vroeger moment (voorafgaand aan het opstellen) te attesteren, op basis van objectieve medische gegevens.

De wet bepaalt niet dat het ziekteattest moet worden opgesteld door een Belgische arts in een officiële landstaal. Het ziekteattest moet melding maken van de identiteit van de werknemer, de arbeidsongeschiktheid, de waarschijnlijke duur ervan, en of de werknemer zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats mag begeven.1 Het attest dient ook te worden ondertekend door de (buitenlandse) arts.

Het attest moet worden opgemaakt in een verstaanbare taal opdat de werkgever de wettelijke voorwaarden kan nagaan.

De werkgever behoudt het recht een beroep te doen op een controlearts, ook indien de werknemer in het buitenland verblijft. De verblijfplaats van de werknemer dient aldus gekend te zijn bij de werkgever. De controle mag niet worden geweigerd door de werknemer.2

1: Art. 31, §2, wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
2: Art. 31, §3, wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht