BVAS in beroep tegen de verplichte regeling derdebetaler

De overheid heeft, gebonden door een akkoord van de meerderheid, in augustus en september de Wet en het Koninklijk Besluit tot invoering van de verplichte regeling derdebetaler (VRDB) in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze maatregel is van toepassing voor de patiënten die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming (RVV-patiënten).

De BVAS heeft tevergeefs getracht de politieke keuzes om te buigen. De BVAS vroeg om de mogelijkheid van een opting-out door de patiënt over het gebruik van het derdebetalersysteem in te voeren en om in een uitzondering op de verplichte regeling derdebetaler te voorzien voor oudere artsen die niet de mogelijkheden hebben om hun huidige praktijk om te zetten in een geïnformatiseerde praktijk die ondersteund wordt door alle e-gezondheidszorgsystemen.

De BVAS heeft een petitie opgestart en ook een brede opiniepeiling uitgevoerd. Meer dan 2.200 huisartsen hebben zich tegen de invoering van de verplichte derdebetaler uitgesproken, terwijl ze bevestigden dat ze toch regelmatig het systeem derdebetaler voor de minstbedeelden toepassen, ongeacht of dezen RVV-patiënt zijn of niet.

Deze maatregel van de regering wordt door vele collega’s ervaren als een aanslag op de waardigheid van hun beroep en van hun deontologie. Daarbovenop wordt de maatregel ervaren als draagster van een aanzienlijke en trouwens onbetaalde bijkomende administratieve last en als een stimulans voor overmatig gebruik van medische zorgen in de huisartsgeneeskunde als gevolg van het gratis karakter van deze verstrekkingen.

Er bleef dus geen enkele andere optie over met betrekking tot de bestaande beschikking dan eventuele wijzigingen aan de wet- en regelgeving met het RIZIV en de minister te bespreken nadat de beloofde evaluatie van het ingevoerde nieuwe systeem VRDB zou zijn gemaakt, met andere woorden pas in 2017.

Daar de autoriteiten geen rekening hebben willen houden met de woede van vele collega's, zowel huisartsen als specialisten, heeft de Raad van Bestuur van de BVAS gisteravond (28 oktober 2015) unaniem besloten het Grondwettelijk Hof en de Raad van State te verzoeken om de omstreden wet en koninklijk besluit te annuleren. De BVAS zal deze beroepsprocedures zo snel mogelijk opstarten.