BVAS betreurt wantrouwen van de RIZIV-controledienst tegen de ziekenhuisartsen

23.04.2020

Op het moment dat artsen het beste van zichzelf geven om de corona-uitbraak in te dijken en de heropstart van niet-dringende zorg voor te bereiden, is het wantrouwen van het RIZIV ongepast en contraproductief.

Het RIZIV reageerde op 23/04/2020 betreffende de informatiebevraging bij ziekenhuizen over verrichte en geplande verstrekkingen. U kan het antwoord van het RIZIV hier nalezen.

 

In volle coronacrisis vindt de controledienst van het RIZIV er niets beter op dan de ziekenhuizen op te zadelen met een immense en niet geplande administratieve belasting. Ze worden per brief aangemaand om lijsten van consultaties, opnames en ingrepen over te maken. Op het moment dat artsen het beste van zichzelf geven om de corona-uitbraak in te dijken en de heropstart van niet-dringende zorg voor te bereiden, is dit wantrouwen van de controledienst ongepast en contraproductief.

Sinds 14 maart jl. wordt van de ziekenhuizen gevraagd dat ze “alle niet essentiële consultaties, tests en ingrepen uitstellen”. De overheid heeft niet omschreven wat onder “niet-essentieel” verstaan moet worden, dat werd aan het oordeel van de artsen overgelaten. Een volledige lijst werd nooit opgesteld.

Vreemd genoeg kregen de ziekenhuizen gisteren een brief van de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het RIZIV die hen aanmaant om op 22 april jl. een overzicht van alle operaties, opnames in dagziekenhuizen, gastro-enterologische en urologische interventies en MRI-onderzoeken door te sturen. BVAS begrijpt dat ziekenhuizen hun activiteiten moeten beperken tot essentiële zorg tot er een plan is voor de hervatting van de niet-dringende zorg.

Maar de in de brief gevraagde aanpak is voor de BVAS onaanvaardbaar, om twee redenen:

  • het verzoek van het RIZIV vraagt van de medische directeurs een enorme administratieve inspanning op het moment dat ze door de COVID19-pandemie al overbelast zijn. Waarom moeten ze uitgerekend nu nog eens extra belast worden met niet voorziene administratie?
  • administratieve overbelasting dreigt evenzeer voor de ziekenhuisartsen die op vraag van hun medische directie, met grote spoed hun verstrekkingen moeten inventariseren terwijl ze daar in volle crisis niet aan toe zijn gekomen.

BVAS vindt het bovendien zorgwekkend dat de ziekenhuizen deze informatie aan de DGEC moeten overmaken. De controledienst gaat na of artsen onregelmatigheden of fraude plegen. We vragen ons af op welke basis de RIZIV-inspecteurs zullen beoordelen wat essentiële zorg is, en wat niet. Voor BVAS is het duidelijk: als de medisch directeur van het ziekenhuis een handeling als essentieel beoordeelt, is het essentieel. Het zou onaanvaardbaar zijn mocht een arts voor een verstrekking die hij noodzakelijk achtte een vervolging wegens fraude riskeren. Terwijl de overheid geen enkele lijst heeft bezorgd.

De beschuldigende en intimiderende ondertoon in de vraag van de controledienst is misplaatst en contraproductief. De manier waarop de ziekenhuisartsen en de artsen in het algemeen zich op gevaar van eigen leven en gezondheid hebben ingezet in de strijd tegen het coronavirus is zondermeer briljant te noemen.

Op dit moment en in de volgende dagen en weken moeten de artsen en ziekenhuizen zich volledig kunnen concentreren op de voorbereiding voor de heropstart van de medische activiteiten. BVAS betreurt het onderliggende wantrouwen van de controledienst en vraagt de onmiddellijke intrekking van de brief die op 21 april jl. werd verstuurd.

BVAS dringt aan op een constructieve dialoog om de visie van het terrein en de visie van de overheid op elkaar af te stemmen.

Dr. Philippe Devos, Voorzitter BVAS

Lees ook: "Het verbod op niet electieve behandelingen:... quo vadis?", een bijdrage van Arcas Law.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht