Centraal geïnde honoraria: normen voor aanrekening en evaluatie

11.10.2023

In het huidige akkoord artsen-ziekenfondsen werd bepaald dat een KB een duidelijke omschrijving diende te omvatten van welke kosten ten laste kunnen gelegd worden van de medische honoraria (artikel 155 §3 van de ziekenhuiswet). Dit KB is op 6 oktober jl. in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en zal voor de eerste maal vanaf het dienstjaar 2024 worden toegepast.

Artikel 155 van de ziekenhuiswet bepaalt de aanwending van de centraal geïnde honoraria waarbij de derde paragraaf o.m. voorziet dat de normen voor de evaluatie en de aanrekening van de kosten bij KB kunnen worden bepaald. De volledige derde paragraaf bepaalt:

“De inningsdienst past daarenboven op de geïnde bedragen, ter dekking van alle kosten van het ziekenhuis veroorzaakt door de medische prestaties die niet door het budget worden vergoed, inhoudingen toe die in percenten kunnen worden uitgedrukt en worden vastgesteld op grond van tarieven bepaald in onderlinge overeenstemming tussen de beheerder en de medische raad.

De Koning kan een opsomming geven van de kosten waarmede wordt rekening gehouden voor de vaststelling van de hierboven bedoelde tarieven. Hij kan eveneens normen stellen voor de evaluatie en de aanrekening van de kosten.”

Op vraag van de medicomut werd dit uitgewerkt en is dit KB intussen in het Belgisch Staatsblad van 6 oktober jl. gepubliceerd.

Kosten die kunnen worden aangerekend

Het KB heeft enkel betrekking op de kosten van het ziekenhuis veroorzaakt door de medische prestaties die daadwerkelijk door het ziekenhuis worden gemaakt en betreft niet de kosten die reeds door het budget van financiële middelen (BFM) of via inkomsten van de gefedereerde entiteiten worden vergoed om dubbele financiering te voorkomen.

Periodieke opvolging

Deze kosten moeten worden gepreciseerd per groep van kostenplaatsen (o.m. labo, medische beeldvorming, raadplegingen, etc.) met vermelding of de betrokken kosten rechtstreeks of onrechtstreeks door de medische prestaties worden veroorzaakt, alsook met vermelding van het aandeel dat de kost al dan niet vergoed wordt door het budget van financiële middelen (BFM) of inkomsten van de overheden. Daarnaast moet de aard en het bedrag van de betrokken kosten worden beschreven (conform KB 06.12.2020), alsook de verdeling van deze kosten over de medische diensten die de kosten hebben veroorzaakt.

Verantwoording

De verantwoording van de kosten moet jaarlijks binnen de drie maanden die volgen op de algemene vergadering die het boekjaar afsluit aan de medische raad worden meegedeeld. De medische raad kan bijkomende relevante financiële en boekhoudkundige gegevens opvragen via een gemotiveerd verzoek gericht aan de beheerder. Deze laatste moet ook de nodige toelichting geven aan de Financiële Commissie of binnen het Permanent Overlegcomité van het ziekenhuis.

Ten slotte is het belangrijk om te weten dat in de ziekenhuiswet sancties zijn voorzien voor degene die de bepalingen inzake de aanwending van deze centraal geïnde honoraria niet toepast.

U kan het volledige KB van 12 juli 2023 tot vaststelling van de normen voor de aanrekening en evaluatie van de kosten op de centraal geïnde honoraria in toepassing van artikel 155, § 3, van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008 (BS 06.10.2023) hier raadplegen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht