Huisartsenkring ontevreden met akkoord

26.02.2016

Een huisartsenkring liet de artsensyndicaten weten dat hun leden ontevreden zijn met het afgesloten Nationaal Akkoord Artsen-Ziekenfondsen 2016-2017. Dr. Marc Moens, voorzitter van het Vlaams Artsensyndicaat, stond hen graag te woord in volgende brief.

Geachte Collegae,

AADM en Domus Medica geven gekleurde informatie door aan hun leden en aan de medische pers, enerzijds door onwetendheid, anderzijds uit onvrede ten opzichte van de representatieve artsensyndicaten.

In een akkoord artsen – ziekenfondsen worden afspraken gemaakt over de honoraria en de modaliteiten onder dewelke artsen recht hebben op die honoraria.

Via de akkoorden wordt tevens een voorstel aan de bevoegde minister gedaan over de hoegrootheid van het sociaal statuut waar de artsen die het akkoord onderschrijven (met andere woorden die het akkoord niet weigeren) recht op hebben. Dat budget staat los van het budget van de artsenhonoraria en het is de bevoegde minister die over de toewijzing van dit voorgestelde bedrag en het overeenkomstig budget beslist.

In de aanloop van de onderhandelingen van het akkoord artsen – ziekenfondsen van 22.12.2015 werd een voorstel van KB voorgelegd dat het recht op het “sociaal statuut”  voor artsen grondig wijzigt. Voor het eerst werd een minimumbedrag voorgesteld als drempel om recht te hebben op het “sociaal statuut” (vb. € 25.000 “RIZIV omzet” voor een huisarts).  De invoering van dit nieuwe systeem zou € 6,533 miljoen vrijmaken. Dit vrijgekomen bedrag zou kunnen herverdeeld worden over het sociaal statuut van de collegae die wel voldoen aan de minimumdrempel.

De reden voor die binding sociaal – statuut –minimumdrempel RIZIV – activiteit  was dat er misbruiken werden vastgesteld omdat artsen die geen of nauwelijks RIZIV activiteiten presteerden toch hun sociaal statuut opnamen, vb. adviserende artsen van de mutualiteiten.  

Dat misbruik werd ondertussen bij wet onmogelijk gemaakt. De wet van 17.07.2015 sluit de artsen adviseurs van de mutualiteiten uitdrukkelijk uit van het bekomen van het sociaal statuut, in voege sinds 27.08.2015 (cf. infra).

De publicatie van het ontwerp KB met de binding sociaal – statuut –minimumdrempel RIZIV – activiteit  liep belangrijke vertraging op zodat het niet meer mogelijk was om de toepassing ervan te verbinden met het al dan niet onderschrijven van het akkoord artsen – ziekenfondsen van 22.12.2015.  

Vermits het KB met de maatregel van de minimumdrempel niet voor 2016 van toepassing kan zijn, kan het bespaarde bedrag van € 6,533 miljoen ook niet herverdeeld worden over het sociaal statuut van 2016. Deze informatie werd via de VAS website en via de medische pers sinds eind januari bekendgemaakt.

De aanbeveling aan de minister inzake de bedragen voor het sociaal statuut die in het akkoord voor 2016 staan (€ 4.790,23 voor de volledig en € 2.259,67 voor de partieel geconventioneerde artsen) ligt dus te hoog. We herhalen dat het slechts om een voorstel aan de minister van Sociale Zaken gaat wat niet bindend is voor haar.

De BVAS heeft in de vergadering van de medico-mut van 23.02.2016 voorgesteld de bedragen van 2015 te indexeren met de index van 0,63%. Dat zou volgende bedragen geven : resp. € 4.535 x 1,0063 = € 4.563,57 voor de volledig geconventioneerde artsen en € 2.200 x 1,0063 = € 2.213,86 voor de partieel geconventioneerde artsen.

Gezien dit wettelijk geregeld is kan de termijn om te beslissen tot deconventioneren of conventioneren niet verlengd worden.

Het kabinet De Block zal allicht vragen aan de medico-mut om het ontwerp KB over het sociaal statuut te herbekijken, maar dat vormt geen reden de conventie te heronderhandelen.

De laatst mogelijke dag om eventueel te deconventioneren is vandaag 26.02.2016. U verliest dan met zekerheid uw sociaal statuut van minstens € 4.535 (=bedrag voor 2015) of € 4.563,57 (indien de index wordt toegepast). Vandaag 26.02.2016 is tevens de laatste dag om eventueel partieel te conventioneren en een sociaal statuut te verwerven van minstens € 2.200  (bedrag voor 2015) of € 2.213,86 (indien de index wordt toegepast).

 

Met collegiale groet en steeds tot nadere toelichting bereid,

 

Dr. Marc Moens, Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat (VAS)

  

 

14 JULI 1994. - Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994
Afdeling IV. - (Sociaal statuut van de geneesheren, tandheelkundigen, apothekers [1 , logopedisten]1 en kinesitherapeuten en andere voordelen die aan sommige geneesheren kunnen worden toegekend.) <W 2002-12-24/31, art. 247,  Inwerkingtreding :  01-01-2003>
  Art.  54.<W 2003-12-22/42, art. 128, 088;  Inwerkingtreding :  31-12-2003> § 1. De Koning kan, na advies van de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen, van de Nationale Commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, van de Bestendige Commissie belast met het onderhandelen over en het sluiten van de nationale Overeenkomst tussen de apothekers en de verzekeringsinstellingen [1 , van de Overeenkomstencommissie belast met het onderhandelen over en het sluiten van de nationale overeenkomst tussen de logopedisten en de verzekeringsinstellingen]1 of van de Overeenkomstencommissie belast met het onderhandelen over en het sluiten van de nationale overeenkomst tussen de kinesitherapeuten en de verzekeringsinstellingen, een regeling van sociale voordelen invoeren voor de geneesheren of tandheelkundigen die geacht worden tot de termen van de in artikel 50, § 1, bedoelde akkoorden toegetreden te zijn, of voor de apothekers [1 , de logopedisten]1 of de kinesitherapeuten die tot de hen betreffende overeenkomst toetreden en die, volgens de door de Bestendige commissie of overeenkomstencommissie voorgestelde modaliteiten, het genot ervan vragen.[4 Worden in elk geval uitgesloten van deze sociale voordelen, de adviserend-geneesheren, de geneesheren-directeurs bij de verzekeringsinstellingen, de artsen die belast zijn met controleopdrachten of die hun functie uitoefenen bij een openbare instelling die tot de Federale Staat of tot de deelstaten behoort, behalve de verzorgingsinstellingen.]4
(4)<W 2015-07-17/38, art. 32, 229; Inwerkingtreding : 27-08-2015>
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht