Permanentie in de gezondheidszorg: vrijheid en initiatief (BVAS)

15.10.2018

BVAS stelt met tevredenheid vast dat in het voorontwerp van wet inzake kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg de waarden ingeschreven zijn die BVAS verdedigt: de vrijheid en haar logisch gevolg, het initiatief.

Eerder dan een uniek model voor de organisatie van de permanentie van zorgen op te leggen, voorziet het voorontwerp van wet dat: “Elke huisarts heeft de plicht om deel te nemen aan de medische permanentie in de zone waar hij zijn beroep uitoefent. Om aan deze plicht te voldoen dient de huisarts deel te nemen aan de medische permanentie die georganiseerd wordt door een door de Minister erkend samenwerkingsverband van huisartsen dat afspraken maakt omtrent de permanentie in de betrokken zone.”

Het zijn met andere woorden de huisartsen die kiezen hoe in hun zone de zorgpermanentie wordt georganiseerd. Hun enige verplichting is elke patiënt op elke plaats en op elk moment een antwoord te bieden op zijn noden. Zo richten sommige huisartsen een wachtpost op en doen andere dat niet. Elke wachtpost kiest volledig onafhankelijk zijn plaats van inplanting, openingsuren en manier van organiseren. De Minister zorgt voor de officiële erkenning van “het samenwerkingsverband”, dit wil zeggen de kring of groep van kringen met of zonder rechtspersoon, verantwoordelijk voor de permanentie in deze zone. De enige voorwaarde is dat de organisatoren huisartsen zijn die alle huisartsen uit deze zone officieel vertegenwoordigen. Het is de dienstverlening die telt, niet de structuur.

Dit is een grote stap vooruit. Eerder dan een rigide model van organisatie op te leggen, geeft de Minister, rekening houdend met onze argumenten, haar vertrouwen aan de huisartsen op het terrein en laat ze hen de vrijheid om initiatief nemen.

Dr. Marc Moens, Voorzitter BVAS
Dr. Jacques de Toeuf,  Ondervoorzitter BVAS
Dr. David Simon, Huisarts en lid BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht