Rechten van de patiënt geactualiseerd

27.02.2024

Op 23 februari 2024 werd de ‘Wet van 6 februari 2024 tot wijziging van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en tot wijziging van bepalingen inzake rechten van de patiënt in andere wetten inzake gezondheid’ gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Hiermee werd er een actualisering van de meer dan 20 jaar oude wet op de patiëntenrechten gerealiseerd. De nieuwe bepalingen treden in werking op 4 maart 2024.

Een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen:

1. Levensdoel

Elke patiënt heeft een eigen levensverhaal met persoonlijke ervaringen die bepalend zijn voor hoe men zijn of haar gezondheidszorg wil ervaren. De nieuwe wet wil de patiëntgerichte benadering versterken. Wijzigingen die in dit kader werden aangebracht, zijn bijvoorbeeld het opnemen van de voorkeuren en levensdoelen van de patiënt. Daar hoort bijvoorbeeld ook een vroegtijdige zorgplanning bij.

2. De figuur van de vertrouwenspersoon en de vertegenwoordiger en de rol van de naasten van de patiënt

Een nieuwe ontwikkeling is dat de vertrouwenspersoon, die normaal gesproken alleen een wilsbekwame patiënt bijstaat, nu ook de voorafgaande wilsverklaring van een wilsonbekwame patiënt kan melden aan een zorgverstrekker. Pleegouders krijgen formeel de bevoegdheid om hun pleegkind te vertegenwoordigen. Ook wordt tegemoetgekomen aan de vraag van de nabestaanden van minderjarigen om rechtstreekse toegang te krijgen tot het dossier ingeval van het overlijden van de minderjarige.

3. Informatie

De wet omvat een aantal wijzigingen om de patiënt beter in staat te stellen de regie van zijn zorg in handen te nemen. Cruciaal daarbij is informatie. Om deze reden worden zowel het recht op informatie als het recht op een geïnformeerde toestemming gemoderniseerd en geëxpliciteerd.

  • De zorgverstrekker krijgt de plicht de patiëntengegevens elektronisch te ontsluiten via platformen voor gezondheidsgegevens die de overheid ter beschikking stelt. De terbeschikkingstelling van deze gegevens moet ervoor zorgen dat onderzoeken niet onnodig worden herhaald. Het delen van de gegevens vergt het gebruik van een correct beveiligd platform dat de traceerbaarheid van de inzage mogelijk maakt. Er moet wel nog gepreciseerd worden wanneer deze maatregel effectief in voege treedt. Hiervoor zal eerst artikel 34 Kwaliteitswet – dat bepaalt dat patiëntendossiers verplicht elektronisch moeten bewaard – uitwerking moeten krijgen.
  • De zorgverstrekker moet de patiënt ook grondig informeren over diens gezondheidstoestand en de mogelijke behandeling. Dat kan bijvoorbeeld door bijkomende informatie digitaal of op papier mee te geven nadat de patiënt voldoende tijd heeft gehad om zijn vragen te stellen. Bij de informatieplicht van de zorgverstrekker hoort ook informatie over het volledige kostenplaatje van een behandeling. Daarbij moeten eventuele supplementen en niet-vergoede behandelingen duidelijk meegegeven worden.

 

U kan de gecoördineerde versie van de Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt hier raadplegen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht