Steeds meer kinderen op raadpleging bij de oogarts (MLOZ)

02.10.2020

Tussen 2016 en 2018 bezocht meer dan een vierde van de kinderen die lid zijn van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ) een oogarts. Vanaf de leeftijd van 5 jaar stijgt dit zelfs tot 1 op de 3.

Steeds meer (jonge) kinderen bezoeken een oogarts en moeten een bril dragen. Dat blijkt uit het aantal raadplegingen bij oftalmologen en terugbetalingen van optische hulpmiddelen voor kinderen. Tussen 2016 en 2018 bezocht meer dan een vierde van de kinderen die lid zijn van de Onafhankelijke Ziekenfondsen een oogarts. Vanaf de leeftijd van 5 jaar stijgt dit zelfs tot 1 op de 3.

De kans dat een kind zelf aangeeft dat het niet goed ziet, is klein. Toch moeten steeds meer (jonge) kinderen een bril dragen. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, gebaseerd op het aantal raadplegingen van kinderen bij oftalmologen en de terugbetalingen van optische hulpmiddelen. Meer dan één vierde (28%) van de 488.251 kinderen bezocht minstens een keer een oftalmoloog tussen 2016 en 2018. Bij kinderen ouder dan 5 jaar stijgt dit tot 1 op de 3 (35%). 14% van deze kinderen draagt ook effectief een bril, afgaande op de aanvragen voor terugbetaling van brillenglazen of monturen. Het percentage kinderen met een bril lijkt de voorbije jaren toe te nemen als we onze gegevens vergelijken met externe cijfers. Uit de literatuur weten we verder dat bijziendheid (myopie) de meest voorkomende oogafwijking bij adolescenten is. Deze afwijking ontwikkelt zich tijdens de schooljaren en komt meer voor bij oudere kinderen.

Meisjes dragen vaker een bril dan jongens

Uit onze resultaten blijkt dat bijna 1 op de 5 adolescenten een bril draagt. Bij meisjes is dit zelfs meer dan 1 op de 4 (26%). Rond de leeftijd van 9 jaar stijgt het aantal meisjes dat een bril draagt. Een vroegere groeispurt bij meisjes zou hier onder meer mee te maken kunnen hebben. Uit onze studie kunnen we ook afleiden dat in Wallonië meer kinderen een bril dragen: meer dan 1 op de 6 vergeleken met ongeveer 1 op de 8 kinderen in Vlaanderen en Brussel.

20 minuten schermtijd, 20 seconden wegkijken en 2 uur buitenspelen

De oorzaak van myopie is grotendeels genetisch bepaald, maar we kunnen wel in de jonge kinderjaren de progressie van deze oogafwijking afremmen: door veel buiten te spelen en schermgebruik te beperken. “Jonge ogen zijn in volle ontwikkeling. Daarom pleiten oogartsen voor een buitenactiviteit van minimum 2 uur per dag”, verklaart dokter Patricia Delbeke, voorzitster van de Belgische Vereniging van Kinderoogartsen. “Daarnaast is het belangrijk om na 20 minuten schermtijd, minstens 20 seconden de blik op oneindig te richten.”
 
Een lui oog snel detecteren

Een andere veelvoorkomende afwijking bij kinderen is amblyopie, een lui oog. 2 tot 5% van de kinderen onder de 6 jaar heeft te kampen met deze afwijking. Refractieafwijkingen en scheelzien kunnen hiervoor aan de basis liggen. Tot de leeftijd van 8 jaar krijgen veel van deze kinderen een kleefpleister (ook wel occluder genoemd) op het gezonde oogje, om het luie oog te oefenen: tussen 2013 en 2018 had ongeveer 1 op de 100 kinderen tussen 4 en 9 jaar een afgedekt oog. Amblyopie leidt tot onomkeerbaar zichtverlies als er geen behandeling wordt gestart op jonge leeftijd.
 
Geen screenings overslaan

Gelukkig kan amblyopie worden opgemerkt tijdens één van de oogscreenings die door de gemeenschappen worden georganiseerd. Jonge kinderen worden al rond hun eerste en tweede verjaardag gescreend door Kind en Gezin, gevolgd door een visustest in de eerste kleuterklas door het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding). Ook in de lagere school en het secundair onderwijs volgen nog screeningsmomenten. “Als je kind door één van de instellingen wordt doorverwezen naar de oftalmoloog is het belangrijk hier naar te luisteren”, benadrukt dokter Patricia Delbeke. Bij de jongste kinderen wordt 9 tot 15% doorverwezen na de screening.
 
De oogkwaliteit van jonge kinderen verbeteren

De Onafhankelijke Ziekenfondsen hechten veel belang aan preventie. Ook voor oogproblemen is een goede preventiestrategie nodig, met specifieke aandacht voor kinderen en jongeren, maar waarbij ook ouders en leerkrachten gesensibiliseerd worden. Daarom promoten onze ziekenfondsen de 20-20-2-regel, waarbij kinderen elke dag minstens 2 uur buiten zijn en hun schermgebruik na maximum 20 minuten onderbreken om 20 seconden weg te kijken. Dankzij de vele oogscreenings kunnen eventuele oogproblemen op jonge leeftijd worden gedetecteerd. Maar het is ook cruciaal om de behandeling en adviezen van de oogarts op te volgen, zodat eventuele afwijkingen vanaf  het begin kunnen worden aangepakt. De verplichte verzekering komt tussen in de kosten voor raadplegingen bij de oogarts. Ook optische hulpmiddelen die worden voorgeschreven door een oogarts, zoals brilglazen en -monturen, lenzen, … worden via de verplichte verzekering deels terugbetaald.
 
Op 8 oktober is het World Sight Day. Daarom engageren de Landsbond en de vier Onafhankelijke Ziekenfondsen zich om een week lang, van 2 tot en met 8 oktober, extra aandacht te geven aan oogproblemen bij kinderen.

Bron: mloz.be

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht