Supplementenverbod bij rechthebbenden op verhoogde tegemoetkoming: laatste stand van zaken

09.02.2024

Ter herinnering

Bij wet van 29 november 2022 houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, bekendgemaakt in het Belgisch staatsblad van 9 december 2022, werd een verbod ingesteld op ereloonsupplementen die aan rechthebbenden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming kunnen worden aangerekend bij het verstrekken van ambulante zorg.

De wet bevatte geen datum van inwerkingtreding, maar liet de modaliteiten van inwerkingtreding over aan een koninklijk besluit (overlegd in de ministerraad). In het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2024-2025 werd door BVAS bijkomende garanties opgenomen m.b.t. de uitwerking van dit supplementenverbod.

BVAS heeft juridische stappen genomen om deze wetgeving aan te vechten. De uitspraak van Grondwettelijk Hof werd evenwel niet afgewacht door de Minister om het KB van inwerkingtreding uit te werken.

Ontwerp Koninklijk besluit (KB): wat staat hierin?

Het ontwerpKB werd voor niet-bindend advies aan de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen (NCAZ) van 22 januari 2024 voorgelegd. Het advies van de NCAZ kan u hier raadplegen.

Het ontwerpKB (zie bijlage 1) bepaalt dat de inwerkingtreding bij de artsen in twee stappen gebeurt:

  • vanaf 1 januari 2025 geldt een verbod voor de patiënten die automatisch recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming (o.m. de rechthebbenden op een leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, de tegemoetkoming aan personen met een handicap, een toeslag voor kinderen met een handicap, wezen of niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, evenals hun gezinsleden).
  • Voor de overige VT-patiënten, m.n. deze waarvoor een inkomensonderzoek moet gebeuren om recht te hebben op VT, zou het supplementenverbod pas later in voege treden.

De verzekeringsinstellingen zullen aan de artsen een praktische tool ter beschikking stellen waardoor een vlotte identificatie en controle van de verzekerbaarheidssituatie van de rechthebbende mogelijk is.

Wanneer de patiënt “bijzondere eisen” stelt, mag er nog steeds een ereloonsupplement worden aangerekend.
Onder honoraria begrijpt men enkel deze die betrekking hebben op terugbetaalde verstrekkingen. In het akkoord artsen-ziekenfondsen werd voorzien dat voorstellen van nomenclatuuraanpassingen kunnen worden geformuleerd waarbij gepreciseerd wordt welke bijzondere en uitzonderlijke kostenelementen niet in de honoraria zijn geïncludeerd (= pseudocodes). BVAS is volop bezig met deze voorstellen uit te werken.

Het bijgevoegd Verslag aan de Koning (zie bijlage 2) maakt uitdrukkelijk melding van de overige randvoorwaarden opgenomen in het akkoord 2024-2025

  • Zo stelt men dat flankerende maatregelen moeten worden genomen in het kader van de elektronische facturatie waarbij artsen verplicht zijn vanaf 1 september 2023 het bedrag van de ereloonsupplementen die zij aanrekenen voor ambulante vergoedbare prestaties over te maken aan de verzekeringsinstellingen. Inzake de verplichting tot elektronische facturatie is een overgangsperiode voorzien van 2 jaar (vanaf 1 september 2025).
  • Er wordt ook verwezen naar de nomenclatuurhervorming waarbij voor verschillende verstrekkingen het honorarium opgesplitst zal worden in een professioneel gedeelte en een kostengedeelte. Vanaf de inwerkingtreding van deze nieuwe nomenclatuur zullen alleen nog supplementen op het professioneel gedeelte kunnen aangerekend worden.

 

Het dossier werd vervolgens voorgelegd aan de Commissie voor Begrotingscontrole (CBC) in zijn vergadering van 31 januari 2024. In de nota CBC 2024/024 werden bijkomende elementen benadrukt (eveneens door BVAS in het akkoord onderhandeld):

  • Vaststellen van de nodige pseudocodes in het kader van de elektronische facturatie aan de verzekeringsinstellingen die toelaten de gegevens bedoeld in artikel 1 van het KB van 28 juni 2023 tot uitvoering van artikel 53 §1, eerste, derde en vierde lid van d GVU-wet correct vast te stellen. Het betreft meer bepaald de ereloonsupplementen, de niet-vergoedbare verstrekkingen en de bedragen voor materiaal, techniek of instrumentarium die niet voor de terugbetaling in de verplichte verzekering in aanmerking komen.
  • Evalueren en op transparante wijze in kaart brengen van de financiële impact in 2025, m.b.t. de raadplegingen, alsook de ambulante speciale en heelkundige verstrekkingen.

 

Het dossier werd tot slot op het Verzekeringscomité van 5 februari 2024 geagendeerd (nota CGV 2024/030) en goedgekeurd. Uiterlijk op de Ministerraad van 1 maart 2024 zal het ontwerpKB geagendeerd worden met het doel ze nog deze legislatuur te kunnen publiceren.

Praktische consequentie eenmaal het supplementenverbod in werking treedt op 01.01.2025

  • Vanaf 1 januari 2025 zijn er geen supplementen meer mogelijk voor ambulante patiënten die automatisch recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming. Later zou dit supplementenverbod voor àlle VT-patiënten bij ambulante zorg gelden.
  • Het verbod geldt voor àlle artsen, zowel wie geconventioneerd is als wie niet geconventioneerd is en zowel in een ziekenhuissetting als daarbuiten (dus bv. ook voor huisartsen en extramurale specialisten). Binnen de ziekenhuissetting wordt onder ambulante zorg begrepen de zorg voor patiënten die niet in het (dag)ziekenhuis zijn opgenomen.
    Ook als gedeconventioneerd arts zal u m.a.w. vanaf 1/1/2025 geen supplementen meer mogen aanrekenen bij de patiënten die automatisch recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming. 
  • Indien de patiënt bijzondere eisen stelt, zijn vrije honoraria wel nog steeds mogelijk. Dit is overigens zowel voor geconventioneerde als voor gedeconventioneerde artsen nu reeds het geval.
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht