Uw sociale bijdragen als zelfstandige in 2023

10.02.2023
Liantis

Een bijdrage van onze partner, Sociaal Verzekeringsfonds Liantis.

Ontving u van uw sociaal verzekeringsfonds de aanrekening van de voorlopige sociale bijdrage voor het eerste kwartaal van 2023 en bent u geschrokken van de hoogte van deze bijdrage? In dit artikel geven de experten van Liantis meer duiding bij de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen en de invloed van de inflatie op de berekening.

Voorlopige bijdragen en definitieve bijdragen

De sociale bijdragen van zelfstandigen worden op jaarbasis berekend en zijn per kalenderkwartaal verschuldigd.

De sociale bijdragen van een bepaald jaar worden uiteindelijk berekend op basis van uw netto belastbaar beroepsinkomen als zelfstandige van dat jaar. We bedoelen daarmee uw professioneel bruto-inkomen, verminderd met uw beroepskosten en betaalde sociale bijdragen. Voor het leesgemak spreken we in de rest van het artikel simpelweg over ‘het inkomen’. De bijdragen van 2023 zullen dus berekend worden op basis van uw inkomen van 2023 zelf. Dat inkomen wordt echter pas achteraf vastgesteld, nadat u uw aangifte personenbelasting hebt ingediend en deze verwerkt werd door de FOD Financiën. Daarom rekent het sociaal verzekeringsfonds in eerste instantie voorlopige bijdragen aan.

Voor gevestigde zelfstandigen worden deze voorlopige kwartaalbijdragen in de regel berekend op basis van uw inkomen als zelfstandige van drie jaar voordien. De voorlopige bijdragen van 2023 worden dus berekend op basis van uw inkomen van 2020.
(Voor startende zelfstandigen is er een andere berekeningswijze: als u gestart bent na 31 maart 2020, dan krijgt u in 2023 een forfaitaire voorlopige bijdrage aangerekend.)

Zodra het sociaal verzekeringsfonds het definitieve inkomen van 2023 meegedeeld krijgt van de fiscus, worden de voorlopige bijdragen herzien op basis van het definitieve inkomen.
Betaalde u teveel voorlopige bijdragen? Dan wordt het verschil terugbetaald (of aangewend aan eventuele achterstallige bijdragen).
Betaalde u te weinig voorlopige bijdragen? Dan moet het verschil bijbetaald worden. De herziening van de voorlopige bijdragen van 2023 zal voor de meeste zelfstandigen in de loop van het jaar 2025 gebeuren.

Voorlopige bijdrage - ‘herwaardering’ van het referte-inkomen

Voor het gros van de zelfstandigen worden de voorlopige bijdragen van 2023 dus berekend op basis van hun inkomen als zelfstandige van 2020, het ‘referte-inkomen’. Om rekening te houden met de evolutie van de levensduurte – de inflatie – wordt het inkomen van 2020 ‘geherwaardeerd’ met het oog op de berekening van de voorlopige bijdragen van 2023. Deze herwaarderingscoëfficiënt wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid.

Als gevolg van de uitzonderlijk hoge inflatie van de voorbije periode is de herwaarderingscoëfficiënt die toegepast wordt op het inkomen van 2020, ook uitzonderlijk hoog: het inkomen van 2020 wordt met maar liefst 18,31% verhoogd voor de berekening van de voorlopige bijdragen van 2023. Dit verklaart waarom voor veel zelfstandigen de voorlopige bijdragen van 2023 hoger zijn dan wat men zou verwachten op basis van het werkelijke inkomen van 2020.

Definitieve bijdrage – geen herwaardering

Het is belangrijk om te benadrukken dat het mechanisme van de herwaardering van het referte-inkomen enkel speelt bij de berekening van de voorlopige sociale bijdragen. Zoals hierboven toegelicht, worden de sociale bijdragen van 2023 uiteindelijk berekend op basis van uw inkomen als zelfstandige van 2023 zelf. Dat definitieve inkomen wordt niet geherwaardeerd.

De bijdragetarieven zelf zijn niet gewijzigd in vergelijking met de voorgaande jaren.

Aan de hand van een voorbeeld illustreren we het feit dat de invloed van het mechanisme van de herwaardering beperkt blijft tot de voorlopige bijdragen en ‘op het eind van de rit’ geen effect heeft:

Het beroepsinkomen van een zelfstandig arts bedraagt zowel in 2020 als in 2023 50.000 euro.

  • De definitieve sociale bijdrage van 2020 wordt berekend op 50.000 euro en bedraagt 2.562,50 euro per kwartaal.
  • De voorlopige sociale bijdrage van 2023 wordt berekend op basis van het geherwaardeerde inkomen van 2020, nl. 50.000 euro + 18,31% = 59.155 euro. De voorlopige bijdrage 2023 bedraagt 3.031,69 euro per kwartaal.
  • De definitieve sociale bijdrage van 2023 wordt berekend op 50.000 euro en bedraagt 2.562,50 euro per kwartaal. Exact dezelfde definitieve bijdrage als die van 2020.

 

Uw voorlopige bijdragen aanpassen?

Zoals hierboven uitgelegd, berekent het sociaal verzekeringsfonds de voorlopige sociale bijdragen van 2023 in de regel op basis van het inkomen als zelfstandige van 2020.

In afwachting van de herziening op basis van het definitieve inkomen van 2023 hebt u de mogelijkheid om het bedrag van uw voorlopige sociale bijdragen aan te passen. Dit is geen verplichting.

  • Verwacht u dat uw inkomen van 2023 aanzienlijk hoger zal zijn dan het geherwaardeerde inkomen van 2020? Dan kan u er voor kiezen om een hogere voorlopige bijdrage te betalen. Zo vermijdt u achteraf een groot supplement te moeten bijbetalen.
  • Verwacht u dat uw inkomen van 2023 aanzienlijk lager zal zijn dan het geherwaardeerde inkomen van 2020? Dan kan u een vermindering van de voorlopige sociale bijdrage aanvragen bij uw sociaal verzekeringsfonds. Dit op basis van een (onderbouwde) raming van uw inkomen van 2023.

 

Hou er rekening mee dat het sociaal verzekeringsfonds wettelijk verplicht is om verhogingen aan te rekenen als achteraf blijkt dat u als gevolg van de gevraagde vermindering te lage voorlopige bijdragen betaalde.

Betaalt u de voorlopige bijdrage die het sociaal verzekeringsfonds u voorstelt? Dan is er geen risico op dergelijke verhogingen. Ook niet als uiteindelijk blijkt dat uw definitieve bijdrage hoger is dan de voorlopige bijdrage.

Minimumbijdrage en maximumbijdrage

Bij de berekening van de sociale bijdragen wordt rekening gehouden met bepaalde minimumdrempels en met een maximumplafond. Ook deze worden jaarlijks aangepast aan de evolutie van de levensduurte.

In 2023 is de minimumbijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep gelijk aan 840,97 euro per kwartaal. Deze bijdrage stemt overeen met een inkomen van 16.409,20 euro. Een zelfstandige in hoofdberoep met een inkomen 2023 kleiner dan of gelijk aan 16.409,20 is de minimumbijdrage verschuldigd.

De maximumbijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep bedraagt in 2023 4.819,65 euro. Deze maximumbijdrage stemt overeen met een jaarinkomen van 104.422,24 euro. Bedraagt uw inkomen 2023 meer dan 104.422,24? Dan zijn er geen sociale bijdragen verschuldigd op het deel van uw inkomen dat dit plafond overschrijdt.

(Voor zelfstandigen in bijberoep en gepensioneerden met een zelfstandige activiteit geldt geen minimumdrempel. Op www.liantis.be vindt u meer gedetailleerde informatie per ‘bijdragecategorie’.)

 

Samengevat

  • De voorlopige bijdragen van 2023 worden berekend op basis van het geherwaardeerde inkomen van 2020.
  • Als gevolg van de uitzonderlijk hoge inflatie is de herwaarderingscoëfficiënt uitzonderlijk hoog.
  • De herwaardering speelt geen rol bij de berekening van de definitieve bijdragen.
  • U hebt de mogelijkheid om het bedrag van uw voorlopige bijdragen aan te passen, zowel naar boven als naar beneden toe. Daarbij geldt een minimumbijdrage en een maximumbijdrage.

 

* De bedragen van de bijdragen vermeld in dit artikel zijn de bedragen exclusief de administratiekost van het sociaal verzekeringsfonds.

Voor bijkomende informatie kan u terecht bij uw sociaal verzekeringsfonds.

Bron: Liantis

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht