Verplichte vaccinatie gezondheidszorgberoepen

25.11.2021

We hebben u reeds eerder bericht over het voorontwerp van wet betreffende de verplichte vaccinatie tegen COVID19 van gezondheidszorgbeoefenaars. Hieronder bezorgen we een korte samenvatting van deze regeling.

Let wel: het betreft nog geen definitieve teksten. Het voorstel dat binnen de regering werd bereikt, zal worden voorgelegd aan de sociale partners. Zij kunnen nog met een - unaniem - tegenvoorstel komen dat de regering ‘ernstig’ zal bekijken. Ook de Raad van State dient nog advies te geven op de tekst. We informeren u verder zodra de finale teksten gekend zijn.

 

Wie zijn de gezondheidzorgbeoefenaars die aan een vaccinatieplicht worden onderworpen?
Wat houdt de verplichte vaccinatie juist in?
Welke zijn de mogelijke sancties vanaf 1 april 2022?

Wie?

De gezondheidzorgbeoefenaars die aan een vaccinatieplicht worden onderworpen zijn:

  • de beroepsbeoefenaar bedoeld in de WUG aan wie een visum wordt toegekend (gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen)
  • de beoefenaar van een niet-conventionele praktijk bedoeld in de wet Colla, die geregistreerd worden door de FOD Volksgezondheid (wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen)

 

Het is hierbij irrelevant in welke setting de gezondheidszorgbeoefenaar gezondheidszorg verstrekt. Dat kan binnen een verzorgingsinstelling zijn maar evenzeer ambulant, in een solopraktijk of in groepsverband,… Ook het al dan niet terugbetaalbaar zijn van de zorg speelt geen enkele rol, noch heeft het statuut van de gezondheidszorgbeoefenaar (zelfstandige, werknemer of ambtenaar) belang. Ook buitenlandse beroepsbeoefenaars die zich in België vestigen evenals deze die een tijdelijke en incidentele uitoefening verrichten op Belgisch grondgebied vallen onder het toepassingsgebied.

Verplichte vaccinatie

De verplichting houdt in dat de gezondheidszorgbeoefenaar moet beschikken over een vaccinatie tegen COVID-19, evenals de voorgeschreven herhalingsdosissen, als voorwaarde voor het verkrijgen en voor het behouden van een visum of de registratie als gezondheidszorgbeoefenaar.

Vanaf de inwerkingtreding van de wet, voorzien op 1 januari 2022, krijgen de beoefenaars uiterlijk drie maanden tijd, tot 1 april 2022, om hun vaccinatie in orde te brengen. Gedurende deze termijn van 3 maanden kunnen ongevaccineerde beroepsbeoefenaars blijven werken op voorwaarde dat:

  • men beschikt over een testcertificaat(1) of een herstelcertificaat(2) en
  • men de nodige beschermingsmaatregelen in acht neemt.
(1): Onder testcertificaat wordt verstaan: een certificaat dat aangeeft dat een RT-PCR-test met negatief resultaat niet meer dan 72 uur geleden werd uitgevoerd of dat een antigeentest met negatief resultaat niet meer dan 48 uur geleden door een gezondheidszorgbeoefenaar werd uitgevoerd. Een zelftest volstaat niet.
(2) Onder herstelcertificaat wordt verstaan: een certificaat met de bevestiging dat de houder is hersteld van een coronavirus infectie na een COVID-19 test die uitwees dat de houder besmet was en waarbij de COVID-19 test niet ouder is dan 180 dagen, waarna het herstelcertificaat ten vroegste op de elfde dag nadat de betrokkene het resultaat van de coronavirus COVID-19 test heeft ontvangen, wordt verleend.

Een uitzondering is voorzien voor de gezondheidszorgbeoefenaar die lijdt aan extreem zeldzame medische contra-indicaties die gedocumenteerd zijn in een omstandig geneeskundig attest opgesteld door een arts verbonden aan een referentiecentrum allergologie. Met dit bewijs dient de beoefenaar niet te voldoen aan vaccinatieplicht en ook niet aan de andere certificaten, maar moet hij wel voortdurend alle beschermingsmaatregelen in acht nemen.

Sancties vanaf 1/4/2022

A. Administratieve sanctie: schorsing

Vanaf 1 april 2022 moeten artsen en andere gezondheidszorgbeoefenaars beschikken over een vaccinatie tegen COVID-19 om een visum of een registratie te verkrijgen of te behouden. De directeur-generaal van het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt belast met het toezicht op de verplichting tot vaccinatie tegen COVID-19 evenals op de toediening van een herhalingsdosis.

De niet-gevaccineerde gezondheidszorgbeoefenaar wordt vanaf 1 april 2022 per aangetekend schrijven uitgenodigd de weigering te motiveren. De beroepsbeoefenaar krijgt 14 dagen tijd om per brief te antwoorden. Daarna zal de directeur-generaal eveneens binnen een termijn van 14 dagen een gemotiveerde beslissing nemen omtrent de schorsing van het visum of de registratie. De beslissing wordt aangetekend meegedeeld en gaat in de dag na de verzending.

De schorsing van het visum of de registratie kan opgeheven worden vanaf het ogenblik dat de directeur-generaal vaststelt dat de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt over een vaccinatie tegen COVID-19 of een herhalingsdosis. De briefwisseling kan ook via e-box verlopen.

De directeur-generaal Gezondheidszorg brengt een aantal instanties op de hoogte van de schorsing (alsook van de beëindiging van de schorsing) om de nodige gevolgen aan de schorsing van het visum of de registratie te koppelen binnen het domein waarvoor zij bevoegd zijn:

1. het RIZIV
2. de Orde der artsen of apothekers;
3. de overheden die bevoegd zijn voor de erkenning van gezondheidszorgberoepen;
4. het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen

In voorkomend geval:

5. de werkgever van de beroepsbeoefenaar;
6. de hoofdarts van de instelling waarin de gezondheidszorgbeoefenaar werkzaam is;
7. de verantwoordelijke arts voor de medische wachtdienst waaraan een huisarts meewerkt.

De toepassing van deze wet vereist een koppeling van de databank van gezondheidzorgbeoefenaars (e-cad) met de data over hun vaccinatiestatus (Vaccinnet+) en de identiteit van hun eventuele werkgevers (DIMONA).

De concrete sociaalrechtelijke gevolgen van de gezondheidszorgbeoefenaar die in een bediendestatuut werkzaam is dan wel als zelfstandige wordt hieronder samengevat. Voor gezondheidszorgbeoefenaars die statutair zijn verbonden met een publieke instelling, geldt het verbod op beroepsuitoefening bij het verlies van het visum of de registratie op dezelfde wijze.

De regelingen over schorsing van de overeenkomst gelden enkel voor reeds gesloten overeenkomsten. Alle nieuwe werknemers zullen gevaccineerd moeten zijn; ook zelfstandigen met wie een nieuwe samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten.

Over de gevolgen op de tewerkstellingssituatie is een omzendbrief aangekondigd.

B. Strafrechtelijke sanctie

Het beschikken over een visum of een registratie is een voorwaarde om wettig het betreffende gezondheidszorgberoep te kunnen uitoefenen. Een gezondheidszorgbeoefenaar die toch gezondheidszorg verstrekt terwijl zijn visum of registratie administratief is geschorst in toepassing van deze wet omwille van het niet naleven van de vaccinatieplicht, riskeert bijkomend strafrechtelijk te worden gesanctioneerd omwille van onwettige uitoefening van het gezondheidszorgberoep in toepassing van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en in de wet van 29 april 1999.

Hierover later meer.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht