BVAS verduidelijkt de algemene derdebetaler voor niet-geconventioneerde artsen na verwarrende RIZIV-informatie

03.02.2022

Niet-geconventioneerde artsen kunnen ereloonsupplementen aanrekenen.

Sinds 1 januari 2022 kan u de derdebetalersregeling toepassen voor alle geneeskundige verstrekkingen, ongeacht het statuut van uw patiënt. Het verbod om de regeling derdebetalende toe te passen voor raadplegingen, bezoeken en adviezen werd immers afgeschaft.

Indien u beslist om de derdebetalersregeling toe te passen, meldde het RIZIV dat u de conventietarieven moest respecteren. Niet-geconventioneerde artsen mochten in dit geval volgens het RIZIV geen ereloonsupplement aanrekenen. BVAS stelde zich vragen rond de correctheid van deze informatie. BVAS ziet geen juridisch beletsel dat niet-geconventioneerde artsen ereloonsupplementen zouden mogen aanrekenen bij het facultatief gebruik van de derdebetalersregeling.

Het akkoord Artsen-Ziekenfondsen 2022-2023 zal eerstdaags gepubliceerd worden. De artsen hebben vanaf dat ogenblik 30 dagen de tijd om zich te deconventioneren of gedeeltelijk te conventioneren. Het is dus belangrijk dat over deze aangelegenheid duidelijkheid wordt gecreëerd zodat de artsen correct geïnformeerd kunnen beslissen over hun conventiestatus.

Na overleg bevestigt het RIZIV het standpunt van de BVAS dat u, tot op heden, als niet-geconventioneerde arts ereloonsupplementen mag vragen wanneer u bij de raadpleging, bezoek of advies de derdebetalersregeling toepast.

Dr. Luc Herry
Voorzitter BVAS

 


Ter informatie:
Voor wat betreft de verplichte derdebetalersregeling is er geen discussie: wanneer men als niet-geconventioneerde (huis-)arts de verplichte derdebetalersregeling toepast voor een geneeskundige verstrekking verleend aan een patiënt met het recht op een verhoogde tegemoetkoming, staat het de arts vrij om een ereloonsupplement aan te rekenen. Het is uiteraard enigszins tegennatuurlijk dat een arts bij deze sociaal zwakkere patiënten supplementen vraagt.  

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht