Contact tracing COVID-19 en patiëntengegevens: moet de arts melden of niet?

14.05.2020

Er is heden heel wat te doen omtrent de vraag of artsen gegevens mogen delen van patiënten waarvan de arts vermoedt of vaststelt dat deze besmet is met COVID-19, of wanneer de zelf besmette arts vermoedt dat hij de infectie zou kunnen hebben doorgegeven aan zijn patiënten.

De vraag die moet gesteld worden is evenwel niet of er melding moet worden gemaakt, maar wel aan wie de melding moet gebeuren en welke informatie concreet dient te worden doorgegeven.

Verplichte melding is zeker…

Er moet door de behandelend arts verplicht melding worden gemaakt van élke vaststelling of vermoeden van bepaalde opgelijste infectieziektes, alsook van elk vermoeden van een ernstige infectie die een epidemisch karakter dreigt aan te nemen of aangenomen heeft, waaronder dus ook COVID-19. Dit wordt in Vlaanderen voorzien in het Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.

Deze melding moet binnen de 24 uur gebeuren aan een ambtenaar-arts bij het Agentschap Zorg en Gezondheid.

In principe wordt de patiënt bij deze melding niet bij naam genoemd, behalve indien de melder meent dat het doorgeven van de naam van de patiënt noodzakelijk is om de verdere verspreiding van de infectie tegen te gaan.

De arts kan zich dus niet achter diens beroepsgeheim verschuilen om geen actieve melding te doen bij een vermoeden van COVID-19 infectie, gezien de wettelijke meldingsplicht.

… maar aan wie?

Ten gevolge van de COVID-19-crisis is er op korte tijd door de volmachtenregering heel wat nieuwe regelgeving uitgevaardigd met het oog op het tegengaan van de verdere verspreiding van COVID-19.

Zo werd er op 4 mei 2020 het KB nr. 18 uitgevaardigd tot oprichting van een databank bij Sciensano, het Belgisch Instituut voor Volksgezondheid, in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID19. Uit dit KB nr. 18 blijkt dat de databank bedoeld is om een hele resem aan persoonsgegevens voor een bepaalde duur tot 9 juni 2020 te bewaren en onder meer te verwerken met het oog op de zgn. ‘contact tracing’.

Volgens het KB nr. 18 zullen onder meer de artsen van patiënten waarvan de arts een vermoeden heeft van infectie, of van patiënten aan wie een COVID-19-test werd voorgeschreven of deze hebben ondergaan, de patiëntengegevens aanleveren aan Sciensano, met de bedoeling deze op te nemen in hun tijdelijke databank. Alhoewel hieruit duidelijk blijkt dat het de bedoeling is dat artsen effectief persoonsgegevens van patiënten meedelen aan Sciensano, bevat het KB nr. 18 hiertoe geen wettelijke plicht noch expliciete toelating. De arts kan deze informatie op heden dan ook niet aan Sciensano doorgeven, noch aan het voorziene ‘contactcenter’ dat gegevens inzamelt voor Sciensano.

De arts heeft wel degelijk een meldingsplicht, maar moet deze vooralsnog doen aan de ambtenaar-arts die werd aangesteld in uitvoering van het Decreet van 21 november 2003. De arts moet zelf beoordelen of er effectief een risico op infectie bestaat en of het nodig is de patiënt bij naam te noemen of niet.

Te verwachten valt dat op korte termijn een aanvulling van het KB nr. 18 zal gebeuren die voorziet dat de meldingen door artsen in het kader van de infectiebestrijding verplicht dienen te gebeuren aan Sciensano.

 

Jellina Buelens – jellina.buelens@arcaslaw.be

Liesbeth Lafaut – liesbeth.lafaut@arcaslaw.be

Advocaten Arcas Law 

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht