Nieuw advies van de Orde m.b.t. contactopsporing
Het bureau van de nationale raad van de Orde der artsen heeft de problematiek onderzocht betreffende het beroepsgeheim in de context van de methode van de contactopsporing in de strijd tegen de verdere verspreiding van het coronavirus Covid-19.
De bevoegde overheden nemen de maatregelen die zij nodig achten ter voorkoming van de verdere verspreiding van het coronavirus Covid-19. Het opleggen van maatregelen aan de burgers vergt steeds een afweging tussen verschillende normen en belangen binnen de samenleving. Bij het implementeren van maatregelen op gezondheidsvlak zullen telkens onder meer de bescherming van de volksgezondheid, het recht op kwaliteitsvolle zorg, het recht op privacy en het beroepsgeheim tegen elkaar worden afgewogen.
Contactopsporing is geen nieuwe methode om een verdere verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan ter bescherming van de volksgezondheid. Deze methode laat toe de besmettingsbronnen op te sporen en vroegtijdig preventief te handelen, door de individuele burger gezondheidsadvies te verstrekken en in te lichten over een mogelijk risico op besmetting met het virus, met als gevolg een tweede besmettingsgolf te vermijden.
Gezien de bijzonder ernstige gezondheidssituatie, de aanzienlijke gevolgen op de maatschappij en de noodzakelijkheid om het coronavirus Covid-19 in te dijken, zowel voor de bevoegde instanties, als voor de zorgverleners en de burgers, is het miskennen van de methode van de contactopsporing niet bedachtzaam. Het gaat om een tijdelijke maatregel1, waarvoor een advies werd gevraagd aan de bevoegde autoriteiten betreffende de beginselen van noodzakelijkheid en proportionaliteit en de gevoeligheden inzake de privacywetgeving2. In afwezigheid van een adequaat geneesmiddel en een efficiënt vaccin is de methode van de contactopsporing het middel bij uitstek om de pandemie te proberen bedwingen. Bovendien biedt deze methode een perspectief voor de evolutie en de beheersbaarheid van de epidemie in het belang van de volksgezondheid.
Om deze redenen is het deontologisch aangewezen dat de arts zijn medewerking verleent aan de contactopsporing, zowel betreffende de verplichte melding van de patiënten die vermoedelijk besmet zijn met Covid-19, als betreffende de contactopvolging in het geval de arts zelfs besmet is met Covid-19.
Om de vertrouwensrelatie met de patiënt te vrijwaren, dient de arts de patiënt in duidelijke taal te informeren over de methode van de contactopsporing en het nut ervan in de strijd tegen het coronavirus.
De bevoegde overheden stellen affiches en informatiefolders, eventueel te plaatsen in de wachtzaal, ter beschikking via https://www.info-coronavirus.be/nl/contactopvolging.
Patiënten kunnen informatie inwinnen via de link https://covid-19.sciensano.be/sites/default/files/Covid19/COVID-19_patient_info_contact_tracing_NL.pdf.
Op juridisch vlak is een zorgvuldig wettelijk kader betreffende het beroepsgeheim noodzakelijk.